betoog/beschouwing leerjaar 2 3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Betoog /

Beschouwing

• Argumenten
• Tegenargumenten
• Conclusie

Hoe voel je je vandaag ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat weet je over overtuigende teksten?

Wat is een betoog?
(wat weet je al)

Beschouwing

tekstdoel:   lezer aan het denken zetten / eigen mening  laten                              vormen  (opiniëren)

inhoud:        feiten en verschillende meningen                                

                        meerdere gezichtspunten/ voor- en nadelen 

kenmerk:   neutraal

                        (geen duidelijke mening van de schrijver)

Betoog

(tekstdoel:    overtuigen van de lezer

inhoud:          mening/ standpunt van de schrijver

                          en argumenten

                         

kenmerk:     subjectief

                        (duidelijke mening van de schrijver)

                         

uiteenzetting

tekstdoel:  de lezer informeren/ iets leren

inhoud:       feiten /  informatie

                       (Hoe zit iets in elkaar? Hoe is iets precies gebeurd?)

kenmerk:    objectief 

                        (vooral feiten)

Wat is het doel van een beschouwing?

1. overtuigen
2. informeren
3. opiniëren
4. amuseren

Een betoog is..

1. subjectief
2. objectief

Wat ga je vinden in de kern van een beschouwing?

1. meningen
2. feiten
3. mening van de schrijver
4. drogredenen

Wat is het doel van een betoog?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Opiniëren

Betoog

• Schrijf je om de lezer te overtuigen van jouw mening
• Schrijfdoel: overtuigen
• Bestaat uit: inleiding, kern en slot

Betoog

• Inleiding:  Je introduceert het onderwerp en geeft je mening
• Kern: Je onderbouwt je mening met 2 argumenten
  Je geeft ook 2 tegenargumenten en je weerlegt een tegenargument
• Slot: Conclusie of samenvatting

Dus in een betoog probeert de schrijver je te .........

1. aan het denken te zetten
2. overtuigen

De schrijver probeert bij een betoog ook de tegenpartij af te zwakken en geeft daarom

1. argumenten
2. meningen

Een goede schrijver bedenkt in zijn betoog al tegenargumenten. Waarom zou hij dit doen?

1. Het haalt zijn eigen stuk onderuit.
2. Hij kan direct aangeven waarom dit niet zo is.
3. Hij kan zijn argumenten daardoor zwaarder laten wegen.
4. Hij houdt wel van een beetje tegengas.

Het slot van een betoog is vaak een .....

1. tegenargument
2. conclusie
3. opsomming
4. mening

Dus in een beschouwing probeert de schrijver je te .........

1. aan het denken te zetten
2. overtuigen

Net als in een betoog staat in een beschouwing een ......

1. uitleg
2. mening
3. drogreden
4. feit

In een beschouwing wil de schrijver je niet overtuigen van .....

1. zijn keuzes
2. zijn mening
3. zijn argumenten
4. zijn gelijk

Bij een beschouwing mag je je eigen ......

1. oordeel hanteren
2. conclusie trekken
3. zelf een mening vormen
4. mening geven

Wat vond je goed aan deze les?

Wat vond je minder goed aan deze les?

Wat is het belangrijkste of verrassendste wat je deze les hebt geleerd?