W2 FA 2M3 les op school

Bienvenue 2M3
Semaine 2
Du 10 au 15 janvier

Chapitre 2


1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bienvenue 2M3
Semaine 2
Du 10 au 15 janvier

Chapitre 2


Slide 1 - Slide

Les devoirs
Af: mardi 11 janvier
Faire
ex 9, 10a, b, 11a, 12a,b,c
Apprendre
Vocabulaire A (p.88)

à = tot en met
Het huiswerk is voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.


Slide 2 - Slide

Avant les vacances
  • zijn we begonnen met chapitre 2
  • hebben we een filmpje over wonen in Frankrijk gekeken.
  • hebben we geluisterd naar een gesprek over familie.
  • hebben jullie een tekst over een dierenasiel gelezen.

Slide 3 - Slide

Cette semaine
Deze week :
  1. kijken we partie B na.
  2. gaan we vertellen over onze families.
  3. herhalen we het bijvoeglijk naamwoord.
  4. bespreken we de toets van chapitre 1

Slide 4 - Slide

Cette semaine
À la fin de cette semaine......
vous pouvez (kunnen jullie):
  • een tekst over een dierenasiel begrijpen.
  • vertellen over je familie.
  • iemand beschrijven.
vous savez (kennen en weten jullie):
  • woorden die te maken hebben met dieren.
  • dat je de e, d, t, s, x aan het einde van een woord niet uitspreekt.
  • de vormen van het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 5 - Slide

En classe
Chapitre 2: Me voilà
Cahier d'activités A p. 64 & 65

Partie B                 lire                   ex 9, 10a, b, 11a, 12a,b,c
Partie C                 parler             ex 13, 14
Partie D                grammaire   ex 16, 17a,b,c, 18b

Slide 6 - Slide

Ex 9)
  1. Ja: Haags dierencentrum.
  2. Verschillende huisdieren; honden, katten, konijnen, cavia's, vogels, etc.
  3. eigen antwoord.
  4. eigen antwoord. 

Slide 7 - Slide

Ex 10a)
  1. A
  2. B

Slide 8 - Slide

Ex 10b)
  • 1. fout: 'moet je een huisdier hebben'
  • goed: moet je van huisdieren houden
  • 2. fout: 'iedere dag van de week'
  •     goed: woensdag, zaterdag en zondag
  • 3. fout: 'mailen naar het asiel'
  •     goed: klikken op de link

Slide 9 - Slide

Ex 10b)
  • 4. fout: 'huisdieren'
  •     goed: katten
  • 5. fout: 'die lid is van de club'
  •     goed: die zelf een club heeft opgericht'
  • 6. fout: 'ook graag nog'
  •     goed: geen/niet meer

Slide 10 - Slide

Ex 11a)
  1. le perroquet     - de papegaai
  2. le chien               - de hond
  3. le chat                 - de kat
  4. le hamster         - de hamster
  5. la tortue             -  de schildpad
  6. le lapin                - het konijn
  7. l'oiseau               - de vogel
  8. le poisson          - de vis 

Slide 11 - Slide

Ex 12a)
  1. J'ai un frère et deux petites soeurs.
  2. Nous avons un chien, deux chats, un perroquet et quatre poissons. 

Slide 12 - Slide

Ex 12b)
  • Nom: Ava
  • âge: 13 ans
  • Famille: J'ai une petite soeur et deux frères.
  • Animal: Nous avons deux chiens. Ils s'appellent Tommy et Sissy.

Slide 13 - Slide

Ex 12b)
  • Nom: Jules
  • âge: 14 ans
  • Famille: J'ai un frères, deux petites soeurs et deux petits frères.
  • Animal: Nous avons un chat. Il s'appelle Plume.

Slide 14 - Slide

En classe
Chapitre 2: Me voilà
Cahier d'activités A p. 68 & 69

Partie C                 parler             ex 13, 14
Partie D                grammaire   ex 16, 17a,b,c, 18b

Slide 15 - Slide

En classe
Chapitre 2: Me voilà
Cahier d'activités A p. 70 & 71

Partie D                grammaire   ex 16, 17a,b,c, 18b

Slide 16 - Slide

Ex 16a)
  1. blessés  = gewond
  2. petites = kleine
  3. petits = kleine
  4. gentils = aardig
  5. petits & petites betekenen hetzelfde, maar worden anders geschreven. Waarom? Het zelfstandig naamwoord is de ene keer mannelijk en de andere keer vrouwelijk (ils / soeurs) 

Slide 17 - Slide

Ex 16c)
mnl enkv
vrl enkv
mnl mv
vrl mv
grand
grande
grands
grandes
important
importante
importants
importantes
noir
noire
noirs
noires
bleu
bleue
bleus
bleues

Slide 18 - Slide

Ex 16d)
  1. une petite famille
  2. un grand frère
  3. sa copine est allemande.
  4. les cheveux courts.
  5. des séries intéressantes. 

Slide 19 - Slide

Ex 16e)
  1. anglais
  2. une grande 
  3. une matière importante
  4. une langue facile
  5. enthousiaste (la prof)

Slide 20 - Slide

Les devoirs
Af: mardi 18 janvier
Faire
ex 16, 17a,b,c & 18b
Apprendre
Vocabulaire A, B (p.88)

à = tot en met
Het huiswerk is voor de eerste les van de week. Het wordt gecontroleerd.


Slide 21 - Slide

Afspraken
  • Je hebt altijd de volgende spullen bij je: 
Boek Frans
Pen/potlood
Leesboek
Aantekeningenschrift
  • Boeken vergeten: meteen melden aan het begin van de les. 
  • Huiswerk vergeten: meteen melden aan het begin van de les.
  • Telefoons staan uit en zitten in je tas (niet in je broekzak).

Slide 22 - Slide

Leertips Vocabulaire
  • Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
  • Begin met het doorlezen van de woordjes.
  • Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
  • Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
  • Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!

Slide 23 - Slide