This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Economie
4GT
H1§1+2
Produceren
Slide 1 - Slide
Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
A
Mensen die een baan zoeken in de marktsector
B
Mensen die een baan hebben in de collectieve sector
C
Mensen die betaald werk hebben in de markt of coll sector
D
Mensen de betaald werk hebben of op zoek zijn naar een baan
Slide 2 - Quiz
Welke instellingen horen bij de collectieve sector? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Autofabrieken
B
Belastingdienst
C
Landbouwbedrijven
D
MBO scholen
Slide 3 - Quiz
Supermarkten horen bij de quartaire sector.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Hoogovens, staalfabriek, hoort bij secundaire sector.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Verpleeghuizen maken deel uit van de quartaire sector.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Betaald werk waarbij je belasting betaald, rekent de overheid tot de productie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Vrijwilligerswerk rekent de overheid ook tot de productie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Coen plukt appels bij de boer. Welke productiefactor??
De boer betaalt Coen daarvoor..?
De boer zelf gebruikt de factor...
De boer is geen eigenaar en betaalt voor het gebruik van de grond...
De boer bewerkt het land met een tractor. Dat is een...
Natuur
Huur
Arbeid
Loon
Kapitaalgoed
Slide 9 - Drag question
Stelling I: Ondernemerschap kun je als vierde productiefactor beschouwen, omdat er zonder ondernemers niet geproduceerd kan worden. Stelling II: Een ondernemer zorgt voor de productiefactor kapitaalgoederen.
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 10 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Kees maakt zaterdag de bakkerij schoon. Welke productiefactor??
Nicole betaalt Kees ..?
De ovens in de bakkerij zijn...
Nicole heeft ovens gekocht voor haar bakkerij en heeft geld geleend. Zij betaalt .... voor deze lening
Kapitaalgoederen
Arbeid
Loon
Rente
Slide 11 - Drag question
Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
BTW staat voor??
A
Belasting totale winkel
B
Bruto toegevoegde winst
C
Belasting toegevoegde waarde
D
Best twijfelachtige wereld
Slide 12 - Quiz
Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
Met welke formule bereken je de omzet?
A
Afzet x inkoopprijs
B
Afzet x verkoopprijs incl BTW
C
Afzet x verkoopprijs excl BTW
D
Afzet x brutowinst
Slide 13 - Quiz
Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
Met welke formule bereken je de brutowinst?
A
Afzet - inkoopprijs
B
omzet - inkoop
C
omzet - (afzet x verkoopprijs excl BTW)
D
(Afzet x verkooprijs ex BTW) - omzet
Slide 14 - Quiz
Hotdogs voor € 3,75 verkoop Inkoop is € 0,85 Afzet is 52 stuks Bereken omzet en brutowinst per hot dog??