This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Wel of niet naar de rechter?
Seponeren
=niet vervolgen
Schikken of transactie
=boete geven
Vervolgen
=rechtszaak
Pech...naar de rechter!
dagvaarding
(waarom, wanneer, waar)
rechtszitting
soms bij verstek veroordelen
Rechtbanken
Hoe verloopt een rechtszaak?
Controleren van jouw gegevens
De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor
3. Het getuigenverhoor
Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.
Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.
5. Het requisitoir
De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis
Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging
Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier
8. De uitspraak
De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later