Rekenen met verbanden voor VMBO-leerlingen van 14 jaar
Rekenen met verbanden voor VMBO-leerlingen van 14 jaar
1 / 26
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Rekenen met verbanden voor VMBO-leerlingen van 14 jaar
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je rekenen met verbanden en kun je dit toepassen in praktische situaties.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel en leg uit wat er van de studenten verwacht wordt.
Wat weet jij al over wiskunde en verbanden?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn verbanden?
Verbanden zijn relaties tussen verschillende grootheden, zoals lengte en breedte of tijd en afstand.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat verbanden zijn en geef enkele voorbeelden.
Formules
Een formule is een wiskundige uitdrukking die een verband weergeeft tussen verschillende grootheden.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat een formule is en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeldformule
Een voorbeeld van een formule is omtrek = 2 x lengte + 2 x breedte.
Slide 6 - Slide
Laat de formule zien en leg uit wat deze betekent.
Oefenen met formules
Laten we oefenen met het toepassen van formules. Bereken de omtrek van een rechthoek met een lengte van 5 cm en een breedte van 3 cm.
Slide 7 - Slide
Laat de opdracht zien en geef de studenten de tijd om deze op te lossen. Bespreek daarna de oplossing.
Grafieken
Een grafiek is een visuele weergave van een verband tussen verschillende grootheden.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat een grafiek is en geef enkele voorbeelden.
Lineaire verbanden
Een lineair verband is een verband waarbij de grafiek een rechte lijn vormt.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat een lineair verband is en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld lineair verband
Een voorbeeld van een lineair verband is y = 2x + 3.
Slide 10 - Slide
Laat de formule zien en leg uit wat deze betekent.
Oefenen met lineaire verbanden
Laten we oefenen met het tekenen van een grafiek van een lineair verband. Teken de grafiek van y = 2x + 3.
Slide 11 - Slide
Laat de opdracht zien en geef de studenten de tijd om deze op te lossen. Bespreek daarna de oplossing.
Machten
Een macht is een getal dat een aantal keren met zichzelf wordt vermenigvuldigd.
Slide 12 - Slide
Leg uit wat een macht is en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld macht
Een voorbeeld van een macht is 2³ = 2 x 2 x 2 = 8.
Slide 13 - Slide
Laat het voorbeeld zien en leg uit wat deze betekent.
Oefenen met machten
Laten we oefenen met machten. Bereken 4⁴.
Slide 14 - Slide
Laat de opdracht zien en geef de studenten de tijd om deze op te lossen. Bespreek daarna de oplossing.
Breuken
Een breuk is een getal dat aangeeft hoeveel delen van een geheel genomen worden.
Slide 15 - Slide
Leg uit wat een breuk is en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld breuk
Een voorbeeld van een breuk is 2/3, wat betekent dat er 2 delen genomen worden van een geheel dat uit 3 delen bestaat.
Slide 16 - Slide
Laat het voorbeeld zien en leg uit wat deze betekent.
Oefenen met breuken
Laten we oefenen met breuken. Bereken 1/2 + 2/3.
Slide 17 - Slide
Laat de opdracht zien en geef de studenten de tijd om deze op te lossen. Bespreek daarna de oplossing.
Procenten
Een percentage geeft aan welk deel van een geheel wordt genomen.
Slide 18 - Slide
Leg uit wat een percentage is en geef enkele voorbeelden.
Voorbeeld percentage
Een voorbeeld van een percentage is 25%, wat betekent dat er 25 van de 100 delen genomen worden.
Slide 19 - Slide
Laat het voorbeeld zien en leg uit wat deze betekent.
Oefenen met procenten
Laten we oefenen met procenten. Bereken 20% van 80.
Slide 20 - Slide
Laat de opdracht zien en geef de studenten de tijd om deze op te lossen. Bespreek daarna de oplossing.
Toepassingen
Laten we nu kijken naar enkele praktische toepassingen van rekenen met verbanden.
Slide 21 - Slide
Geef enkele voorbeelden van toepassingen van rekenen met verbanden, zoals het berekenen van oppervlakte of het omrekenen van valuta.
Samenvatting
We hebben vandaag geleerd hoe we kunnen rekenen met verbanden en hoe we dit kunnen toepassen in praktische situaties.
Slide 22 - Slide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en herhaal het leerdoel.
Vragen
Hebben jullie nog vragen over de lesstof?
Slide 23 - Slide
Geef de studenten de kans om vragen te stellen en beantwoord deze zo goed mogelijk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 24 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 25 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 26 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.