Levensfasen 2: Peuter

Levensfasen: Peuter
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Levensfasen: Peuter

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe oud is een peuter?
A
1 tot 2 jaar oud
B
2 tot 4 jaar oud
C
2 tot 6 jaar oud
D
4 tot 6 jaar oud

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Peuter

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Lichamelijke ontwikkeling
  • Grove motoriek: Grote bewegingen met je armen of benen.
  • Fijne motoriek: Kleine bewegingen met je handen of vingers.
  • Zindelijkheid: Een potje of wc gebruiken in plaats van een luier. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waarbij gebruik je je grove motoriek?
A
Tekenen
B
Schrijven
C
Knippen
D
Overgooien

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Fijne motoriek
1,5 jaar - 2 jaar: papier scheuren
2,5 jaar - 3 jaar: verticale lijn tekenen
3 jaar - 3,5 jaar: reepjes papier knippen
3,5 jaar - 4 jaar: cirkel en kruis tekenen


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geestelijke ontwikkeling

  • Zinnen vormen met meerdere woorden.
  • Verstopte voorwerpen zoeken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sociale ontwikkeling

  • Peuterpuberteit en driftbuien
  • Ik ben twee en ik zeg nee
  • Ze vinden zichzelf de belangrijkste
  • Andere mensen nadoen
  • Belonen en straffen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Praktijkopdracht
Maak een knutselwerkje dat je kan maken met een kind van 3-6 jaar oud. 

Aan het einde van de les zal één van jullie juf of meester zijn en de klas begeleiden bij het maken van jouw knutselwerkje.

Slide 11 - Slide

Geef de leerlingen circa 15 minuten de tijd om een simpel knutselwerkje te maken. Laat eventueel wat voorbeelden zien op het bord.

 Aan het einde van de les roep je een leerling naar voren om de meester of juf te zijn. Hij/zij geeft een knutselles aan de rest van de klas.