4/11

unit 2
At the end of this lesson you can use possessive 's , '  correctly!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

unit 2
At the end of this lesson you can use possessive 's , '  correctly!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Uitleg
Als je wilt zeggen dat iets van iemand is, zet je meestal ‘s achter de eigenaar:
Dat is de auto van Frank. = That is Frank‘s car.
De kamer van mijn zus is een zooi. = My sister‘s room is a mess.
Het voedsel van de kat is smerig. = The cat‘s food is gross.
De vriendin van Kees is knap. = Kees‘s girlfriend is pretty.

Als de eigenaar én in het meervoud staat én al eindigt op een s, zet je alleen een ‘ achter de eigenaar:
Het huis van mijn ouders is groot. = My parents‘ house is big.
Het haar van zijn vriendin is kort. = His friends‘ hair is short.

Als je wilt zeggen dat iets van iemand is, zet je meestal ‘s achter de eigenaar:
Dat is de auto van Frank. = That is Franks car.
De kamer van mijn zus is een zooi. = My sisters room is a mess.
Het voedsel van de kat is smerig. = The cats food is gross.
De vriendin van Kees is knap. = Kees‘s girlfriend is pretty.


Als de eigenaar én in het meervoud staat én al eindigt op een s, zet je alleen een achter de eigenaar:
Het huis van mijn ouders is groot. = My parents‘ house is big.
Het haar van zijn vrienden is kort. = His friends' hair is short.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Plural nouns
Their dresses are nice.
My sisters' dresses are nice.

Their bikes are new.
My brothers' bikes are new.

Slide 5 - Slide




Are the following sentences right or wrong?

Slide 6 - Slide


Childrens' shoes.
A
Right
B
Wrong

Slide 7 - Quiz


My sister's cat's name is Pinky.
A
Right
B
Wrong

Slide 8 - Quiz


The children's teacher is very good.
A
Right
B
Wrong

Slide 9 - Quiz

P.67
Ex 6+7

Slide 10 - Slide

Extra oefenen met 
de Genitive?



Slide 11 - Slide