lesson 1.5 D - grammar

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Lesson 1.5 D Grammar  

In this lesson you will learn about 

• If / when 
• Past simple vs past continuous 

At the end of the lesson you can: 

• Use the past simple vs past continuous 
• know the rules when to use if/when 

If /when 

Een if zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin. Het geeft een consequentie aan.  De volgorde van een hoofd of bijzin maakt niet uit. 

In de hoofdzin gebruik je WILL. 

She will be late if she doesn't hurry. 

If you study hard you will pass your test. 

If you.... ( not tell) anybody, my parents ....(never find out)

1. will not tell / never find out
2. don't tell, will never find out
3. won't tell/ will never find out
4. doesn't tell/ never found out.

If you ....( go out) without permission, you ......( be grounded )

It .....( be) a miracle if she.....(pass) the difficult test.

past simple vs past continuous

• beiden verleden tijd
• past simple = afgesloten in het verleden en staat vaak een duidelijke verwijzing naar de verleden tijd bij. 
• I ate an apple last night. 
• past continuous = verleden tijd maar is duidelijk dat het een poos  bezig was. 
• I was walking the dog for three hours.

past simple 

• verleden tijd 
• regelmatige werkwoorden + ed ==> walk-walked
• onregelmatige werkwoorden ==> verandert helemaal 
• signaalwoorden in de zin zijn vaak duidelijke verwijzingen naar verleden tijd. ==> Last night/ a week ago/ a month ago
• Last summer I went to Spain.  

Welk woord in je zin verandert bij de past simple?

Bij de past simple verandert je werkwoord maar wat moet je veranderen?

1. werkwoord altijd +ed
2. werkwoord + ing
3. regelmatige werkwoorden + ed , onregelmatige veranderen
4. onregelmatige werkwoorden veranderen helemaal, regelmatige met -ing

Wat kunnen signaalwoorden van de past simple zijn?

Past continuous

• Er is iets in het verleden aan de gang
• verschil met past simple is dat in de zin erbij staat dat je iets voor een bepaalde periode aan het doen was. 
•  je maakt de past continuous --> was/were + werkwoord+ing 
• I was walking the dog for hours last night. 

De past continuous maak je door

Wat is het verschil tussen past simple en past continuous?

1. Alleen past simple is verleden tijd.
2. er is geen verschil want ze zijn beiden verleden tijd.
3. Beide tijden zijn afgesloten verleden tijd.
4. de pas simple is afgesloten verleden. continuous heeft looptijd.

She............(go) to work early yesterday.

When the teacher walked in all the kids ...........(talk).

Hoe werkt dat nou? 

• past continuous ==> was/were + werkwoord + ing 
• Dat betekent dat je moet kiezen tussen was/ were ==> dit ligt aan je persoon ==> he/she/ it krijgen was 
• Werkwoord + ing==> achter je werkwoord zet je in
• 
  
• She was drinking a cup of tea / We were dancing for hours last night.  

Wat weet jij nu over
Past simple/ continuous?

Let's work

We maken nu samen les 1.5 D grammar in Learnbeat. 

We gaan nu eerst de duo brief bespreken en daarna ga je aan het werk met les 1.5 D