Wat heeft een kamerplant nodig om te groeien, denk je? Maak een woordveld.
Bekijk en bespreek je woordveld met een klasgenootje en vertel elkaar wat je al weet.
Heb jij nu al iets nieuws geleerd?
Slide 2 - Slide
Na deze les
weet ik hoe kamerplanten groeien.
begrijp ik de werking van plantenwortels.
kan ik uitleggen waarom potgrond en voeding belangrijk zijn voor kamerplanten.
weet ik door zelf onderzoek te doen welke grond het beste is voor een plantenstekje.
Slide 3 - Slide
Lezen maar!
Lees de advertorial: Drie vragen over giga groene kamerplanten.
Zet een streep onder de woorden die belangrijk zijn. Weet je de betekenis van een woord niet?
Zoek het dan op in een woordenboek.
Slide 4 - Slide
Heb jij een kamerplant?
Heb jij een kamerplant thuis? Of meerdere kamerplanten?
Kies er eentje en teken de plant op een los blaadje.
Wat heeft een plant nodig? Teken het erbij.
Slide 5 - Slide
Hoe groeit een plant?
Het plantje kan alleen groeien als het ook water krijgt.
Het groeien van een plant begint bij het zaadje.
Als het kiempje uitkomt, heeft de plant meer voedsel nodig.
Via fotosynthese kan het plantje zelf voedsel maken. Daar heeft het plantje water, zonlicht en kooldioxide voor nodig.
In een zaadje zit een klein kiempje. Het kiempje heeft een steel, wortel en een blaadje.
Eerst ontstaan er bloemen aan de boom: bloesems.
Tadaaa! Citroenen!
Slide 6 - Slide
Een plant neemt water op met zijn wortels. In die wortels zitten haarwortels. Dit zijn kleine haartjes in de wortels die ervoor zorgen dat de plant meer water op kan nemen.
In het water dat de plant opzuigt zitten ook opgeloste stoffen die de plant gebruikt als voeding. Het water moet vanuit de wortels naar de bladeren van de plant worden gebracht, dit noemen we vervoeren.
Plantenwortels
Slide 7 - Slide
Verzamel zaden en/of pitten. Bijvoorbeeld van een appel, avocado of een citroen.
Om welk dier gaat het?
Wat doet het dier?
Hoe ziet het dier eruit?
Wat maakt het dier bijzonder?
Welk leuk weetje kan je over het dier vertellen?
In een paspoort zijn allerlei belangrijke gegevens te zien en lezen.
Verwerking
Verzamel drie soorten grond: zandbakzand, zand uit een perkje en potgrond.
In welke grond groeit het plantje het beste, denk je?
Slide 8 - Slide
Houd samen met je schoudermaatje tijdens de groei van je plantje dagelijks een logboek bij.
Doe het zo:
Verwerking
Grond
Tekening
Beschrijving
Zandbak
Het plantje komt zo'n 3 cm boven de grond.
Perkje
.....
......
Potgrond
.....
.....
Datum: .......................
Slide 9 - Slide
Conclusie
Bespreek jullie logboek met een ander tweetal:
Wat heb je gezien en gemerkt tijdens de groei van het plantje?
Wat zijn jullie conclusies? Met welke grond groeit een zaadje het best uit tot plantje?
Hadden jullie dat voorspeld?
Slide 10 - Slide
Terugkoppeling
Ga voor jezelf na of je het lesdoel behaald hebt:
ik weet hoe kamerplanten groeien.
ik begrijp de werking van plantenwortels.
ik kan uitleggen waarom potgrond en voeding belangrijk zijn voor kamerplanten.
ik weet door zelf onderzoek te doen welke grond het beste is voor een plantenstekje.
Slide 11 - Slide
Afsluiting
Draai aan het rad en beantwoord de vraag!
Slide 12 - Slide
Lesdoel:
Ik kan vertellen over wie deze tekst gaat, waar de kikker leeft en wat er wordt verteld in de tekst.
Ik kan aanwijzingen vinden in de tekst en het woordweb invullen.