Menuleer

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Menuleer

Lesdoelen/ Na deze les kun je:

• Benoemen aan welke regels een menu moet aan voldoen
  
• Benoemen waar een standaard couvert aan moet voldoen
• Een menu ontwerpen volgens deze regels.

10 basisregels bij het samenstellen van een menu

1. Pas de keuze voor de maaltijd aan het gezelschap aan ( kinderen, zakelijk gezelschap)
   
2. Afwisseling in kleur en smaak van de gerechten en in de volgorde van opdienen.
   
3. Een voedingsproduct mag maar één keer in een menu voorkomen. Dit geldt niet voor champignons, aardappelen en room 
4. Gebruik verschillende bereidingswijzen voor de gerechten.
   
5. De visschotels worden voor vleesschotels geserveerd.
   
6. Houd bij de keuze van je menu rekening met seizoensproducten.
   
7. Serveer nooit twee koude bereidingen na elkaar.
   
8. Wanneer je verschillende vleesschotels op het menu hebt, dan komt het rood vlees steeds voor het wit vlees of wild.
9. Er moet een opbouw zitten in de samenstelling van het menu.
   
10. De hoeveelheid per gang wordt opgebouwd, met als hoogtepunt het hoofdgerecht, daarna een afbouw.

wat is een menu?

1. een combinatie van gerechten.
2. een klein hapje voorafgaand aan een diner.
3. een onderdeel van een maaltijd.
4. een zelfstandig hoofdgerecht.

Menu:
een menu bestaat minimaal uit ...... gangen

1. 1 gang
2. 2 gangen
3. 3 gangen
4. 4 gangen

je maakt een vegetarisch menu. Wat kun je niet gebruiken?

1. ei
2. spinazie
3. noten
4. haring

Mevrouw De Wit is wat te zwaar en wil graag afvallen. Je ziet dat ze voor vanavond het eten heeft voorbereid: Een stukje kipfilet, rode kool uit een pot en aardappelen. Mevrouw Kuiper vraagt aan jou advies over haar menu. Welk advies is het best?

1. De aardappelen vervangen voor zilvervliesrijst
2. Producten uit de schijf van Vijf kiezen, dit is een gezond menu
3. De rode kool uit pot vervangen voor verse rode kool
4. Het stukje kipfilet vervangen voor een worstje

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddelen of gerechten kun je gebruiken?

Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

1. spinazie
2. ansjovis
3. tofu
4. gelatine

Tips:

• Een voorgerecht moet de eetlust opwekken. (licht)
  
• Een hoofdgerecht moet zorgen voor een vol gevoel.(zwaar) (verzadiging)
• Een nagerecht moet de maaltijd afsluiten.(licht)

Waar moet een menu aan voldoen?

• Afwisseling in kleurstelling
• Afwisseling in bereidingstechnieken
• Afwisseling in gerechten
• Seizoen 
• Smaak

Voorgerecht

• Koud voorgerecht
• Soep
• Warm voorgerecht 

Hoofdgerecht

1.  Vis 
2. Vlees
3. Wild 
4. Gevogelte
5. Vegetarisch

Nagerecht

1. Kaas
2. Zoet en warm
3. Zoet en koud
4. IJs
5. Fruit

Wat hoort niet bij het hoofdgerecht?

1. Opgebakken aardappeltjes
2. Worteltjes
3. Brood met kruidenboter
4. Patat

Waar bestaat een tafelgarnituur uit?

1. Bloemen, peper en zout, kaarsje of lichtje
2. Menukaart, tandenstokers, olie en azijn
3. Grote vork, groot mes, grote lepel, servet, side plate en wijnglas
4. Grote vork, groot mes, water glas

Opdracht Itslearning

3 menu kiezen uitwerken

Zie het gehele opdracht uit Itslearning Menuleer

Heb je de leerdoelen behaald?

Waar heb je nog hulp bij nodig?