Les Dak en thuislozen



Dak- en thuislozen





1 / 23
next
Slide 1: Slide
DoelgroepenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



Dak- en thuislozen





Slide 1 - Slide

Woekerwinsten, meer miljonairs, maar meer dak- en thuislozen

Slide 2 - Slide

Dak- en Thuislozen
Leerdoelen:
- Je kan de begrippen dakloos en thuisloos uitleggen.
- Je kan vertellen wat het verschil is tussen dakloos en thuisloos.
- Je herkent de achterliggende problematiek van dak- en thuislozen.

Slide 3 - Slide

Dak- of thuislozen
Definitie: mensen zonder eigen woongelegenheid en gebruik maken van maatschappelijk dag- en nachtopvang

Daklozen: Een dakloze heeft geen vaste woon- of verblijfplaats, en staat dan ook niet in het bevolkingsregister ingeschreven. 

Thuislozen: Een thuisloze heeft vaak wel een (wisselend) adres waar wordt overnacht, en staat via dat adres dan ook bij het bevolkingsregister ingeschreven.


Slide 4 - Slide

Cijfers dak- en thuislozen
  • 26,6 duizend dakloze mensen begin 2022
  • Vooral  mannen
  •  De vier grootste gemeenten (Rotterdam, Den Haag, Utrecht of Amsterdam):
  • Iedereen kan dakloos worden!
  • 1 op de 10 Nederlanders  loopt de kans om dakloos te worden. 
  • Dat kan allerlei oorzaken hebben. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Geef jij geld aan bedelaars?
JA
Nee

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Video

Dakloos en bijstand
Hoe gaat dit? 



Slide 10 - Slide

Oorzaken

3 belangrijke begrippen rondom deze doelgroep.

Sociaal netwerk - Financiën - Psychiatrie

Bedenk en benoem wat de link is tussen 
deze begrippen en de doelgroep.


Slide 11 - Slide

Problemen

Slide 12 - Slide

Lichamelijke gezondheid
  • Voor jezelf zorgen gaat lastig, dus vaak slecht gebit en pijnlijke spieren en gewrichten. 
  • Weinig rust en comfort: klachten ontstaan of verergeren.
  • Geen geld voor hulpmiddelen (bril, gehoorapparaat, etc.). 
  • Drank en drugs creëeren alleen maar meer problemen.

Slide 13 - Slide

Begeleiding
Hoe kun je als beroepskracht MZ het zelfvertrouwen van een zorgvrager vergroten?

- Benader  positief, complimenten
- Communiceer open, duidelijk en realistisch
- Stimuleer een zorgvrager in het maken van kleine stapjes
- Stimuleer innerlijke interesse, is er een bepaalde droom?

Slide 14 - Slide

Samenwerken met andere instanties
Welke instanties zijn betrokken?

Slide 15 - Slide

Politie

Slide 16 - Slide

Geestelijke gezondheidszorg
  • Dak- en thuislozen met psychische en/of psychiatrische problemen moeten hiervoor     behandeld worden. 
  • Deze zorg wordt geboden door een instelling in de geestelijke gezondheidszorg (ggz).  
  • Hier onderzoeken zij de psychische klachten van de cliënt en kunnen eventueel een diagnose stellen. 
  • Vervolgens zullen ze een behandelplan opstellen. De behandeling kan bestaan uit het voorschrijven van een zinvolle dagbesteding, therapie en    medicatie.

Slide 17 - Slide

Uitstroomfase
Ideale uitstroomfase = succesvol uitstromen
 
Bijv. zelfstandig wonen (ambulante begeleiding)
Realiteit is anders. Veel terugval in oude patronen.

Einddoel “zelfstandig eigen woonruimte” niet voor iedereen haalbaar.
Zelfstandig een rol vervullen in de maatschappij, wonen, werken, leven.
Van crisisopvang naar begeleid wonen = ook een volgende stap




Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welke soorten
verslaving ken je?

Slide 20 - Mind map

Verslaving


Roken
Softdrugs
Drank
Gamen
Seks
Plastische chirurgie
Tattoos
Eten
Geld uitgeven
Fame
Internet
Gokken


Slide 21 - Slide

Een verslaving ontwikkelt zich in fasen. Welke uitspraak past bij welke fase? 
Experimenteerfase
Fase van sociaal gebruik
Fase van overmatig gebruik
Verslavingsfase
"Ik moet echt een borrel, ze zoeken het maar uit, ik ga naar huis!"
"Pak er toch ook nog één, gezellig!"
"Laat mij eens wat proberen?"
"Rijden? Natuurlijk kan ik rijden. Doe niet zo moeilijk en stap gewoon in"

Slide 22 - Drag question

Vragen?

Slide 23 - Slide