Par. 5.1 Klimaat

Klimaat (paragraaf 5.1)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Klimaat (paragraaf 5.1)

Slide 1 - Slide

Wie is de "uitvinder" van het klimaatsysteem?
A
Beaufort
B
Wegener
C
Buys Ballot
D
Köppen

Slide 2 - Quiz

Welke letters worden gebruikt voor de hoofdklimaten?
A
A, B, C, D en E
B
F, S, H, W, T

Slide 3 - Quiz


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 4 - Quiz


A
Tropisch regenwoudklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Gematigd zeeklimaat
D
Toedraklimaat

Slide 5 - Quiz


Wat wordt aangegeven met de hoofdletter B in het Köppensysteem
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een klimaat?
A
Temperatuur en wind
B
Temperatuur en neerslag
C
Neerslag en wind
D
Wolken en zon

Slide 7 - Quiz

Met welke instrumenten worden temperatuur, vochtigheid en wind gemeten?
A
Thermometer, hygrometer en anemometer
B
Hygrometer, neerslagmeter en anemometer
C
Thermometer, anemometer en zonnewijzer
D
Thermometer, zonnewijzer en anemometer

Slide 8 - Quiz


A
Steppeklimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 9 - Quiz

Wat is geen temperatuurfactor?
A
Hoogteligging
B
Breedteligging
C
Stijgingsregen
D
Zeestromen

Slide 10 - Quiz

De moesson is een halfjaarlijkse wisselende wind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Van 90 graden naar 60 graden waait een
A
Passaat
B
Moessonwind
C
Poolwind
D
Westenwind

Slide 12 - Quiz

Welke kenmerken heeft een Cs-klimaat?
A
Droge zomer, koudste maand < 18 graden
B
Natte zomer, warmste maand < 18 graden
C
Droge zomer, warmste maand > 18 graden
D
Natte zomer, koudste maand > 18 graden

Slide 13 - Quiz

In dit klimaat is het vaak droog, de nachttemperaturen zijn best laag, overdag is het meestal warm
A
BW
B
BS
C
Ds
D
Dw

Slide 14 - Quiz

De wet van Buys Ballot =
A
Wind waait van een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied
B
Wind waait van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Slide 15 - Quiz

De wet van Buys Ballot =
A
Op noordelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts
B
Op het zuidelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts

Slide 16 - Quiz

De wind van zee noem je een
A
Aflandige wind
B
Aanlandige wind

Slide 17 - Quiz

Als er geen wind- en zeestromen zouden zijn, waar zou het dan warmer worden?
A
De Noordpool
B
De evenaar
C
Landinwaarts
D
Gematigde breedten aan zee

Slide 18 - Quiz

Neerslag die ontstaat doordat warme lucht opstijgt, afkoelt en neerslag veroorzaakt, noemen we ...
A
Stuwingsneerslag
B
Frontale neerslag
C
Stijgingsneerslag
D
Nuttige neerslag

Slide 19 - Quiz

Wat voor een klimaat is dit in het systeem van Köppen?
A
Af- klimaat
B
BS- klimaat
C
Cs- klimaat
D
Dw- klimaat

Slide 20 - Quiz