This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Herhalen H5
Slide 1 - Slide
Wat is een 'lingua franca'? Een taal die door:
A
Weinig inwoners wordt gesproken in een land
B
Veel inwoners wordt gesproken in een land met verschillende andere talen
C
Inwoners wordt gesproken in een land met maar 1 taal
D
Weinig inwoners wordt gesproken in maar 1 regio van het land
Slide 2 - Quiz
Waarvoor zorgt het kastenstelsel?
A
Sociale gelijkheid
B
Economische groei
C
Sociale ongelijkheid
D
Bevolkingsgroei
Slide 3 - Quiz
Waarom heeft India een hoge groene druk?
A
Kinderen kunnen ook werken en geld verdienen voor het gezin
B
Er is weinig anticonceptie beschikbaar voor vrouwen
C
Vrouwen trouwen op een jongere leeftijd dan vrouwen in Nederland
D
Kinderen kunnen later voor hun ouders zorgen als ze oud zijn
Slide 4 - Quiz
Moessons zijn
A
winden die waaien in de tropen en die elk half jaar van richting veranderen
B
winden die waaien in de tropen
die altijd droog zijn
C
winden die waaien in de tropen en die altijd neerslag met zich mee brengen
Slide 5 - Quiz
Wat zijn de gevolgen van de moesson in India?
A
Verminderde luchtvervuiling en verbeterde luchtkwaliteit
B
Toename van toerisme en economische groei
C
Overstromingen, aardverschuivingen en schade aan gewassen
D
Zonnige dagen, droogte en hoge temperaturen
Slide 6 - Quiz
Er is meestal sprake van een droge moesson en een natte moesson.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Welk klimaat heeft het zuidwesten van India
A
Hooggebergte (E)
B
Woestijn (BW)
C
Steppe (BS)
D
Tropisch (A)
Slide 8 - Quiz
Wat is GEEN reden van de groeiende economie van India?
A
Snel groeiende bevolking
B
Veel export
C
Groeiende afzetmarkt
D
Veel mensen die weinig verdienen
Slide 9 - Quiz
Wat is een 'duale economie'?
A
Een economie waarbij twee sectoren belangrijk zijn
B
Een economie waarbij zowel de traditionele als de moderne sector bestaan
C
Een economie waarbij de formele en informele sector samen belangrijk zijn
D
Het los zien van lichaam en geest in de economie
Slide 10 - Quiz
Welke beschrijving past bij het begrip globalisering?
A
De toegang van multinationals tot nieuwe afzetmarkten.
B
De internationale uitwisseling van mensen, geld, goederen en informatie.
C
Door globalisering wordt veel software in India gemaakt.
D
Door globalisering wordt de economie van lagelonenlanden steeds beter.
Slide 11 - Quiz
Welke uitspraken horen bij een SEZ (Speciale Economische Zone)?
A
Dat is een gebied waar buitenlandse bedrijven zich mogen vestigen.
B
Gebied waar alleen binnenlandse bedrijven gevestigd zijn.
C
Alle andere antwoorden zijn juist.
D
Gebied met belastingvoordelen.
Slide 12 - Quiz
Globalisering is ...
A
Het proces waarbij alle gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden worden.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.
Slide 13 - Quiz
Iemand uit Nigeria besluit naar Italië te verhuizen. Hij stuurt vervolgens het geld wat hij verdient terug naar Nigeria. Welk begrip hoort bij deze uitspraak