This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Leerstijlentest
Hoe leer jij het beste?
Slide 1 - Slide
Wat heb je nodig?
Een pen + een 2 blaadjes / schrift
Schrijf op een blaadje 2 rijtjes van 10 voor oefening A + B
Je verdeelt een vel papier in 20 hokjes.
Knip die uit, zodat je 20 kleine stukjes papier hebt.
Tien briefjes bij oefening C.
Tien briefjes bij oefening D.
Beste mentor:
kijk eerst zelf bij de antwoorden op dia 46 en maak er een foto van, nodig voor oef A!
Slide 2 - Slide
Als ik moet leren voor een toets dan ...
A
Lees ik de tekst
B
Maak ik een samenvatting
C
Gebruik ik "Flashcards"
D
Laat ik mij overhoren
Slide 3 - Quiz
Hoe leer jij het best?
Slide 4 - Slide
A: HOREN
Je mentor noemt tien woorden, elk woord één keer.
Luister goed en probeer ze te onthouden.
Slide 5 - Slide
timer
2:00
Praat met je buurman/ buurvrouw over je favoriete muziek
Slide 6 - Slide
Schrijf zoveel mogelijk woorden op
die je onthouden hebt
Slide 7 - Slide
B: ZIEN
Je mentor laat tien woorden zien.
Je krijgt elk woord even te zien. Kijk goed.
Slide 8 - Slide
B: zien
lasagne
Slide 9 - Slide
B: zien
boterhammen
Slide 10 - Slide
B: zien
mountainbike
Slide 11 - Slide
B: zien
erwtensoep
Slide 12 - Slide
B: zien
Frankrijk
Slide 13 - Slide
B: zien
autowiel
Slide 14 - Slide
B: zien
zeebaars
Slide 15 - Slide
B: zien
sperziebonen
Slide 16 - Slide
B: zien
speer
Slide 17 - Slide
B: zien
schorpioen
Slide 18 - Slide
timer
2:00
Praat met je buurman/ buurvrouw over welk huisdier
jullie het leukst vinden en waarom.
Slide 19 - Slide
Schrijf zoveel mogelijk woorden op
die je onthouden hebt
Slide 20 - Slide
C: DOEN
Tien briefjes heb je bij deze oefening nodig.
Op het bord komt steeds een woord te staan, dat daarna direct weer wordt uitgeveegd. Jij schrijft dat woord meteen op een briefje en legt daarna het briefje omgekeerd naast je neer.
Slide 21 - Slide
C: doen
woordenboek
Slide 22 - Slide
C: doen
stofzuiger
Slide 23 - Slide
C: doen
fietspomp
Slide 24 - Slide
C: doen
steenkool
Slide 25 - Slide
C: doen
horizontaal
Slide 26 - Slide
C: doen
tuinman
Slide 27 - Slide
C: doen
Amerika
Slide 28 - Slide
C: doen
geweer
Slide 29 - Slide
C: doen
raamkozijn
Slide 30 - Slide
C: doen
kussensloop
Slide 31 - Slide
Schrijf zoveel mogelijk woorden op
die je onthouden hebt
Slide 32 - Slide
D: HOREN, ZIEN & DOEN
Je krijgt steeds een woord te zien. Bovendien wordt het woord één keer duidelijk uitgesproken. Dan gaat het woord weg en jij schrijft het daarna meteen op en draai je het woord om.
Je moet dus eerst goed kijken en luisteren en daarna pas het woord op schrijven.
Slide 33 - Slide
D: horen, zien & doen
wijnfles
Slide 34 - Slide
D: horen, zien & doen
bidon
Slide 35 - Slide
D: horen, zien & doen
biscuit
Slide 36 - Slide
D: horen, zien & doen
kandelaar
Slide 37 - Slide
D: horen, zien & doen
walvis
Slide 38 - Slide
D: horen, zien & doen
klokhuis
Slide 39 - Slide
D: horen, zien & doen
kamerplant
Slide 40 - Slide
D: horen, zien & doen
schoorsteen
Slide 41 - Slide
D: horen, zien & doen
Napoleon
Slide 42 - Slide
D: horen, zien & doen
winkelmand
Slide 43 - Slide
timer
2:00
Praat met je buurman/ buurvrouw over je vakantie plannen
Slide 44 - Slide
Schrijf zoveel mogelijk woorden op
die je onthouden hebt
Slide 45 - Slide
Antwoorden
HOREN
bakstenen
verhuiswagen
orthodontist
witte haai
oorlog
supermarkt
journaal
tractor
Japan
pannenkoek
ZIEN
boterhammen
mountainbike
erwtensoep
Frankrijk
autowiel
zeebaars
sperziebonen
speer
schorpioen
lasagne
DOEN
woordenboek
stofzuiger
fietspomp
steenkool
horizontaal
tuinman
Amerika
geweer
raamkozijn
kussensloop
HOREN,ZIEN,DOEN
wijnfles
bidon
biscuit
kandelaar
walvis
klokhuis
kamerplant
schoorsteen
Napoleon
winkelmand
Slide 46 - Slide
Welke methode ga je deze week proberen toe te passen?