This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Kennen en kunnen (wat gaan we doen).
Formule: s = v(gem) x t
Formule: v(gem) = (v(begin) + v(eind)) : 2
Formule: v(eind) = v(begin) + a x t
Formule: a = (v(eind) - v(begin)) : t
Wat is een eenparig versnelde beweging?
Hoe teken je een vt-diagram van een versnelde beweging?
Hoe teken je een st-diagram van een versnelde beweging?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Felix Baumgartner
Je zag net een filmpje van Felix Baumgartner die in 2012 een recordpoging deed om de geluidsbarriere te doorbreken. Deze poging was succesvol.
Hij sprong hierbij van 39,045 km naar beneden. In de vrije val, die 4 minuten en 19 seconden duurde, behaalde hij als gevolg van de ijle lucht een recordsnelheid van 1357 km/h
Slide 4 - Slide
Reken om: 39,045 km = ... m
Slide 5 - Mind map
Reken om: 4 minuten en 19 seconden = ... seconden
Slide 6 - Mind map
Zoek op in BINAS, de formule voor afstand.
Slide 7 - Mind map
Verander de formule van afstand in een formule voor gemiddelde snelheid.
Slide 8 - Mind map
Reken uit de gemiddelde snelheid als: de afstand 39045 meter is en de tijd 259 seconden
Slide 9 - Mind map
Reken uit de eindsnelheid als de gemiddelde snelheid 150,75 m/s is (ga uit van een beginsnelheid van 0 m/s)
Slide 10 - Mind map
Km/h naar m/s
1375 km/h, hoeveel meter legt Felix dan af per seconde?
1375 km/h betkent dat hij in 1 uur (3600 s) 1375 km aflegt, dit is 1375 000 m.
v = s/t = 1375000 : 3600 = 381,9 m/s
(je mag ook de rekentruk gebruiken)
Slide 11 - Slide
Snel
381,94 meter per seconde.
Dus dat is (ongeveer) vanaf hier naar de deka in 1 seconde. (Wel via het schoolpleinhek en het zebrapad.)
Dat is snel. Dan zou je iedere grote pauze wel 900 keer heen en weer kunnen lopen
Slide 12 - Slide
Zwaartekracht
Een vallend voorwerp op aarde heeft altijd een valversnelling van ongeveer 10 m/s2.
Dit is de zwaartekrachtversnelling die aan ieder voorwerp trekt.
Door deze versnelling wordt iedere kilogram met 10 N naar de aarde getrokken (= zwaartekracht), maar door deze versnelling wordt je snelheid in het luchtledige bij vallen ook iedere seconde 10 m/s sneller.
Slide 13 - Slide
Zwaartekracht en valversnelling
Zwaartekracht = massa x valversnelling
Fz = m x g
Fz: zwaartekracht in N
m: massa in kg
g: gravitatiekracht (engelse gravity) 10 m/s2
Slide 14 - Slide
Snelheid
De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand te delen door de tijd.
Vgem= s/t
s = afstand in meter
t = tijd in seconde
Slide 15 - Slide
Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand
Slide 16 - Quiz
Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.
Slide 17 - Quiz
Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h
Slide 18 - Quiz
Je fietst 7 km in 0,5 uur. Wat is je gemiddelde snelheid?
A
3,5 km / h
B
3,9 m / s
C
14 km / h
D
iets anders
Slide 19 - Quiz
Reken de duur (tijd) van de fietstocht uit:
Fietsroute: 24 kilometer lang Gemiddelde snelheid: 12 kilometer per uur
A
2 uur
B
20 minuten
C
3 uur
D
30 minuten
Slide 20 - Quiz
Na de start bereikt de TGV (hoge snelheids trein) in 3 minuten een snelheid van 88,3 m/s.
Bereken de gemiddelde snelheid in m/s
A
29,4 m/s
B
264,9 m/s
C
44,2 m/s
Slide 21 - Quiz
Een schaatser sprint de 500 meter in 35 seconden. Was is zijn gemiddelde snelheid in km/h ongeveer?
A
14 km/h
B
51 km/h
C
35 km/h
D
26 km/h
Slide 22 - Quiz
Je woont 3 km van school, je fietst er 10 minuten over. Wat is je gemiddelde snelheid in km/u ?
A
30 km/u
B
18 km/u
C
Geen idee
D
Ander antwoord
Slide 23 - Quiz
Versnelde beweging
Slide 24 - Slide
Eenparige beweging
Slide 25 - Slide
Vertraagde beweging
Slide 26 - Slide
Afstand-tijd diagram
Slide 27 - Slide
Bekijk de grafieken goed.
Slide 28 - Slide
Welke grafiek(en) horen bij een eenparige beweging?
A
A en C
B
A en D
C
B en D
D
B en C
Slide 29 - Quiz
Eenparig versneld of vertraagd
a = een versnelling of vertraging
Ve = Snelheid eind
Vb = Snelheid begin
Vgem = gemiddelde snelheid bij een versnelling of vertraging.
a=tVe−Vb
Vgem=2Ve+Vb
Slide 30 - Slide
Kennen en kunnen (wat gaan we doen).
Formule: s = v(gem) x t
Formule: v(gem) = (v(begin) + v(eind)) : 2
Formule: v(eind) = v(begin) + a x t
Formule: a = (v(eind) - v(begin)) : t
Wat is een eenparig versnelde beweging?
Hoe teken je een vt-diagram van een versnelde beweging?
Hoe teken je een st-diagram van een versnelde beweging?