Quiz H5 Of Course! Grammar

Practising IF-sentences + adverbs + adjectives ==>
Als je niet voorzichtiger (=careful) bent,
dan val je zeker (=certain) !
1 / 22
next
Slide 1: Open question
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Practising IF-sentences + adverbs + adjectives ==>
Als je niet voorzichtiger (=careful) bent,
dan val je zeker (=certain) !

Slide 1 - Open question

Practising IF-sentences ==>
Zou jij bang (=afraid) zijn,
als je een geest (=ghost) zou zien?

Slide 2 - Open question

Practising IF-sentences + adjectives + comparisons ==>
Oma zou veel gelukkiger geweest zijn,
als ze in (=at) dat oude huis van haar
(= that old house of h........ ) gebleven (=to stay) was.

Slide 3 - Open question

Practising IF-sentences ==>
Zou een ongekookt ei (=uncooked egg) breken, als je het nu zou laten vallen (=to drop) op een tegelvloer (=tile floor)?

Slide 4 - Open question

Practising IF-sentences + gerund + prepositions ==>
Als ik nu begin met schrijven, ben ik vijf minuten
voor het avondeten (=dinner)
klaar met (=to finish) schrijven.

Slide 5 - Open question

Practising IF-sentences + gerund + adverbs ==>
Als ik eerder was begonnen met het herlezen (=to reread) van de verhalen, dan was ik waarschijnlijk (=prob......) op tijd klaar geweest (=to finish) met lezen en dan had ik een hoger cijfer (=mark / grade) gehaald (=to score) .

Slide 6 - Open question

Practising tenses ==>
De deurbel (=doorbell) ging (=to ring),
toen ik onder de douche stond (=to take a shower).

Slide 7 - Open question

Practising tenses + prepositions ==>
Wat was je aan het doen op je kamer,
toen ik je gisteren opbelde?

Slide 8 - Open question

Practising tenses + prepositions + adverbs ==>
De vogel ontsnapte (=to escape) uit de kooi (=cage),
omdat John de kooi niet zorgvuldig (=careful)
afgesloten (=to lock) had.

Slide 9 - Open question

Practising tenses + passive + adverbs + prepositions ==>
De vogel vloog weg, omdat de kooi (=the cage) niet goed afgesloten (=to lock) was.

Slide 10 - Open question

Practising tenses + prepositions ==>
Het meisje was aan het appen (=to text) en liep recht (=straight) de fontein (=straight) in.

Slide 11 - Open question

Practising tenses + word order ==>
Al vijf jaar was Mary Frans (=French) aan het studeren, voordat ze in 2019 voor het eerst naar Parijs (=Paris) ging.

Slide 12 - Open question

Practising tenses + word order + adverbs ==>
Jamal was ongelooflijk (=unbelie .....) moe,
nadat hij twee uur op het strand had gejogd (=to jog).

Slide 13 - Open question

Practising tenses + word order + prepositions ==>
Mijn oom gaf al tien jaar les op die school,
toen hij ontslagen werd.

Slide 14 - Open question

Practising auxiliaries + adverbs ==>
Konijnen (=rabbits) zouden eigenlijk heel hard (=f......)
moeten kunnen rennen, maar die van mij is
hartstikke (=ex....) lui (=lazy)!

Slide 15 - Open question

Practising adjectives + auxiliaries + adjectives + "ook niet" ==>
In Nederland mag een 14-jarige niet in een auto rijden en een 15-jarige mag dat ook niet.

Slide 16 - Open question

Practising auxiliaries + ook=so ==>
Mijn vader wilde dat ik een brief schreef en mijn moeder wilde dat ook (=so [<== geen also / too !! ] )

Slide 17 - Open question

Practising gerund + had better + adjective/adverb ==>
De docente stond erop (=to insist on) dat hij naar huis ging.
De docente zei dat hij maar beter snel naar huis kon gaan, omdat hij er ongelooflijk (=incr....) bleek uitzag.

Slide 18 - Open question

Practising the passive ==>
Er werd al dagen gezegd dat het kabinet (=the government) zou vallen (=to fall), voordat het eindelijk gebeurde.

Slide 19 - Open question

Practising the passive + tenses + auxiliaries ==>
Je kunt daar niet linksaf (=to turn left), want er wordt daar momenteel een nieuwe weg aangelegd (=to build ; to construct). Ze zijn er net mee gestart. Ik geloof dat ze gisteren begonnen zijn.

Slide 20 - Open question

Practising adverbs+adjectives & demonstrative+interrogative pronouns ==>

Dat zijn slimme leerlingen ! Ze hebben dat enorm goed gedaan !
Wie van de leerlingen heeft het hoogst gescoord (=to score) ?

Slide 21 - Open question

Laten we nu maar eens stoppen!

Slide 22 - Open question