Instructiefilm maken - klas 2

• Dienstverlening en Producten
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2,3

Een instructiefilm maken

| Dienstverlening en producten | Module 4 | 

| Multimediale producten maken | Klas 2 |

Leerdoelen

• Je kan in tweetallen werken
• Je kan uitleggen wat een shot en een scene is. 
• Je kan verschillende camerastandpunten, camerabewegingen en beeldkaders  herkennen, toepassen en uitleggen wat het effect hiervan is
• Je kant een korte instructiefilm filmen
• Je kan je film monteren in het programma Shotcut 

Opdracht 1

Je krijgt 3 verschillende filmpjes te zien. Deze filmpjes gaan over camerastandpunten, camerabewegingen en beeldkaders. 

Bekijk deze filmpjes goed. Na elk filmpje zie je een slide met een paar vragen. Beantwoord deze vragen in een Google Document. Je antwoorden bespreek je straks met de docent. 

Film 1

Bekijk het filmpje goed. Open vervolgens een Google Document. Noteer eerst de titel Opdracht 1. Daaronder noteer je de titel Film 1. Noteer daaronder de antwoorden op de volgende vragen: 

1. Wat is een neutrale standpunt? Wat benadruk je hiermee?

2. Wat is een kikkerperspectief? Wat benadruk je hiermee?

3. Wat is een vogelperspectief? Wat benadruk je hiermee

Film 2 

Bekijk het filmpje goed. Open vervolgens weer je Google Document. Noteer onder de vorige opdracht de titel Film 2. 

Bekijk het filmpje goed. Er worden 5 manieren getoond om zonder hulpmiddelen stabiele camera bewegingen te maken. 

Noteer de 5 bewegingen en leg uit hoe het werkt. 

 

Film 3

Bekijk het filmpje goed. Open vervolgens weer je Google Document. Noteer onder de vorige opdracht de titel Film 3. 

In dit korte filmpje worden 7 verschillende beeldkaders gepresenteerd. Welke 7 zijn dit? Noteer de namen in je Google Document. 

Oefening 1 - Standpunten

Vraag de docent om de Canon fototoestel. 

Kies 1 onderwerp/voorwerp uit dat te vinden is in school. 

Maak verschillende foto's met een neutrale perspectief, een kikkerperspectief en een vogelperspectief. Kies van elk standpunt de beste foto uit. Plaats deze in je Google Document onder de titel oefening 1. 

Oefening 2 - Bewegingen

Eerder in deze les heb je geleerd hoe je stabiele camerabewegingen maakt zonder hulpmiddelen. Je gaat deze 5 camerabewegingen nu zelf uitvoeren MET een hulpmiddel, namelijk de statief. Vraag de docent om een statief en een extra camera. 

Demonstreer de bewegingen met de statief met daarop een camera en film dit met een andere camera.  Zorg ervoor dat je duidelijk de bewegingen herkent. 

Tevreden? Bespreek je filmpjes met de docent. Goedgekeurd? Ga dan door naar de volgende oefening. 

Oefening 3 - Beeldkaders

Eerder deze les heb je verschillende beeldkaders bekeken, namelijk: 

- Groot totaal

- Totaal 

- Two Shot

- Medium 

- Head & Shoulders

- Close up 

- Extreem close up 

Zoek in / rond de school een onderwerp/voorwerp om te fotograferen. Kies een ander onderwerp/voorwerk dan in oefening 1. Maar hiervan vervolgens 7 foto's met de 7 bovenstaande beeldkaders. Plaatst je eindresultaat in je Google Document onder de titel oefening 3. Noteer onder elke foto de naam van de beeldkader. 

Opdracht 2

Je krijgt zo twee filmpjes te zien. Open je Google Document. Noteer daar de titel Opdracht 2 en noteer de antwoorden van onderstaande vragen. Dit doe je voor beide filmpjes. 

Tel: 

• het aantal shots
• aantal scenes
• Welke camerastandpunten zie je
• Welke camerabewegingen zie je
• Welke beeldkaders zijn gebruikt

Klaar? Bespreek opdracht 1 en 2 samen met de docent. Goedgekeurd? Dan ga je aan de slag met de eindopdracht.  

Shot

Een shot of take is één ononderbroken filmopname. Het is alles dat wordt opgenomen tussen het aan- en uitzetten van de cameramotor

Scene

De scène kan bestaan uit een enkel of meerdere shots. Wel geldt dat een scène altijd in zijn geheel op een locatie wordt opgenomen. Bovendien is er ook sprake van een eenheid van tijd. Dit betekent dat de scène eindigt zodra het verhaal wordt verlegd naar een punt in de toekomst of het verleden.

Alle scenes bij elkaar zijn de film 

Eindopdracht van vandaag:

Maak een korte (1 tot 2 minuten) instructiefilm over: 

- Het gebruik van de kluisjes 

- Handen wassen 

- De mogelijkheden van de Chromebook 

- Haren vlechten / make up aanbrengen 

- Hoe werkt een bepaald spel, uitleg Mindcraft 

Heb je een beter idee? Overleg dit met de docent! 

Bekijk eerst de volgende slides!!!

Instructiefilm

Een instructiefilm is een instructievideo of animatie die bepaalde instructies presenteert aan de kijker. Denk bijvoorbeeld aan een video die instructies geeft voor het gebruik of de montage van een bepaald product. Of een korte film voor een sport- of fysiotherapie-instelling, die instructies geeft voor fysieke oefeningen. Een kookfilm voor een culinair platform, of een animatiefilm voor de instructies van passagiers van een vliegmaatschappij. Voor veel doeleinden kan een instructiefilm laten maken een handige oplossing zijn.

Op de volgende slides zie je een paar voorbeelden van instructiefilmpjes. Bekijk ze alle drie en laat je inspireren! 

Aan de slag 

- Bedenk samen het onderwerp van je instructiefilm. 

- Noteer in je Google Document hoe je instructiefilm eruit gaat zien. Denk na over de verhaallijn, shots, scenes, beeldkaders, camerabewegingen en camerastandpunten. Minimaal 1/2 a4 

- Overleg met de docent of je idee mogelijk is. Goedgekeurd? Pak de Canon camera en de statief en ga aan de slag. 

Eisen: 

- Minimaal twee beeldkaders, 2 camerabewegingen en 2 camerastandpunten

- Minimaal 4 shots 

- 1 tot 2 minuten

Uitwerken met het montageprogramma Shotcut.  Deze staat op de laptop. Zie volgende Slide voor uitleg. 

Klaar? 

Sla je filmpje op. Upload hem in je drive en deel hem met de docent. 

Terugkijken & LOB

Maak een PowerPoint presentatie over deze les. Hierin noteer je minimaal de volgende onderdelen: 

1. Voorblad (Naam vak, titel module, eigen naam)

2. Wat heb je vandaag geleerd? Wat vond je ervan? Leg je antwoord uit. 

3. Bekijk de eindtermen van module 4. Aan welke taken en deeltaken heb je vandaag gewerkt? Noteer deze. 

https://www.platformsvmbo.nl/wp-content/uploads/2020/06/DP-Moduul-4-Multimediale-productie-maken.pdf

Aan welke eindtermen heb je vandaag gewerkt? Noteer deze. 

4. Welke deeltaken lijken jou het leukste? Kies er 3 uit. Leg uit waarom. 

5. Welke deeltaken lijken jou het minst leukst? Kies er 3 uit. Leg uit waarom. 

Elke slide ondersteun je met een afbeelding. Denk na over de vormgeving. Het moet er aantrekkelijk uitzien.