This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Clase de español V3
iiEstoy aprediendo español!!
Slide 1 - Slide
Objetivo de la clase
Vertellen wat je moet meenemen naar het strand
Kijk naar het volgende filmpje en maak aantekeningen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
tengo
tienes
tiene
tenemos
tenéis
tienen
Slide 4 - Slide
A practicar - 1
Tu mejor amigo quiere ir a la playa contigo, pero tú no quieres.
Escribe 5 excusas, porque no puedes ir.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Open question
A practicar - 2
Je gaat naar het strand met je vrienden en je vertelt wat jullie allemaal moeten meenemen. Jullie verdelen de taken dus schrijf op wat iedereen moet meenemen, inclusief jij zelf.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Mind map
Ik kan aan mijn ouders uitleggen hoe je het werkwoord ''moeten'' gebruikt in het Spaans
😒🙁😐🙂😃
Slide 9 - Poll
Maak 3 zinnen met het werkwoord moeten (tener que)
Slide 10 - Mind map
Slide 11 - Video
Que tengo que llevar a la playa?
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Video
Wat is een una concha?
Slide 14 - Open question
wat heb je nodig om een castillo de arena te maken
A
un cubo y un
tenedor
B
una pala y un cubo
Slide 15 - Quiz
Hoe heten de vogels die je vaak op het strand tegen komt
A
Gaviotas
B
Pajaros
Slide 16 - Quiz
Hoe heten de kleedhokjes
A
Tiendas de cambiar
B
casetas
Slide 17 - Quiz
Wat is het woord voor golven in het Spaans
Slide 18 - Open question
Los deberes para hoy
Slide 19 - Slide
La clase anterior
¿Qué gramática nueva?
Explica a la clase con la pizarra y un rotulador.
Slide 20 - Slide
Leer de slides 5 t/m 10
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Practicar el gerundio en voz alta
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
¿Qué están haciendo estas personas?
Escribe 8 frases y explica qué están haciendo las personas en el dibujo.
Escribe las frases en el reader p. 9 y 10
Slide 39 - Slide
¿Qué están haciendo?
Slide 40 - Mind map
Slide 41 - Slide
a. Traduce las frases al holandés b. Welke drie grammatica onderdelen vind je in deze zinnen?
Slide 42 - Open question
¿Qué tema de la gramática es difícil para ti? ¿Por qué?
A
tener que + infinito
B
el gerundio
C
querer + infinitivo
D
ir a + infinitivo
Slide 43 - Quiz
Los deberes
Slide 44 - Slide
Volgende slides voor do 16 juni
Slide 45 - Slide
Tips om een luistertoets goed te maken
Slide 46 - Mind map
Tips voor luistervaardigheid
Luister veel Spaans (liedjes, films, series)
Lees de vraag en onderstreep of schrijf op waar je op moet letten
Schrijf woorden op die je herkent.
Let op ontkenningen (nunca, no, nada, nadie, ninguno)