· onderstreep moeilijke woorden of geef moeilijke begrippen een kleur.
· kijk naar de bronnen in je tekstboek. Snap je wat ze betekenen?
· kijk naar de figuren in je werkboek. Snap je wat ze betekenen?
· leer de samenvattingen op ( allen paragraaf 7 t/m 11)
· leer de begrippen. (alleen van 2.7 t/m 2.11)