2HV Verkort LOGO

Guten Tag!
Nimm dein Heft und dein Kugelschreiber auf den Tisch
timer
1:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Guten Tag!
Nimm dein Heft und dein Kugelschreiber auf den Tisch
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Planung
- Sprechen (5 Min.)
- Korrigieren (10 Min.)
- Grammatik (10 Min.)
- Hausaufgaben (10 Min.)

Extra: Logo! (15 Min.)

Slide 2 - Slide

Wort der Woche
*woord in het Nederlands*
*woord in het Duits*
*betekenis*

Slide 3 - Slide

Tiere

Slide 4 - Slide

Haustiere
Was ist dein Lieblingstier?
Mein Lieblingstier ist ein Meerschweinchen und eine Schildkröte.
Hast du Haustiere? Ja, ich habe eine Katze, ein Kaninchen und einen Hund.
Kannst du deine Katze beschreiben? Meine Katze ist frech und verspielt. 
Sie hat ein weiches Fell, aber scharfe Zähne.
Kannst du deinen Hund beschreiben? Mein Hund ist süß, aber scheu.
Er hat lange Beine und braune Flecken auf dem Fell.
Was fressen deine Haustiere? Meine Katze und mein Hund fressen am liebsten Fleisch. Mein Kaninchen frisst am liebsten Salat.
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Korrigieren
Lege deine Hausaufgaben offen auf den Tisch!

Slide 6 - Slide

Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: ich
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 7 - Quiz

Wat is de stam van:
spielen
füttern

Slide 8 - Open question

Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: du
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 9 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: wir
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 10 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: er/sie/es
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 11 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: ihr
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 12 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam van het werkwoord bij: sie/Sie
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 13 - Quiz

De stam van het werkwoord "heißen" is "heiß". Welke uitgang van de (fe)esttenten verandert er dan?

Slide 14 - Open question

Welke uitgang krijgt de stam met een s-klank van het werkwoord bij: ihr
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 15 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam met een s-klank van het werkwoord bij: sie/Sie
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 16 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam met een s-klank van het werkwoord bij: ich
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 17 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam met een s-klank van het werkwoord bij: du
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 18 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam met een s-klank van het werkwoord bij: er/sie/es
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 19 - Quiz

Welke uitgang krijgt de stam met een s-klank van het werkwoord bij: wir
A
en
B
t
C
e
D
st

Slide 20 - Quiz

Hausaufgaben
Machen: Aufgabe 21+22+24
Seite: 120+121
Lernen: Seite 136+137
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Logo!
Was ist es?
Warum schauen wir es?
Wofür ist es gut?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Auf Wiedersehen!
Bis zur nächsten Stunde.

Slide 24 - Slide