10.2 Puberteit

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de      les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de      les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 1 - Slide

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen  eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 2 - Slide

Gedragsregels  &
&  Taalgebruik

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Waardoor komen er GEEN lichamelijke veranderingen?
A
Groeispurt
B
Hormonen
C
Puberteit
D
Ontwikkeling

Slide 5 - Quiz

Geef 1 voorbeeld van lichamelijk ontwikkeling en 1 voorbeeld van geestelijke ontwikkeling.

Slide 6 - Open question

Waar worden hormonen gemaakt?
A
Hersenstam
B
Hyperfyse
C
Hypofyse
D
Hersenklier

Slide 7 - Quiz

10.2 Puberteit

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
Je kan...........
  • de primaire en secundaire  geslachtskenmerken bij jongens en meisjes benoemen

  • de volgende begrippen omschrijven:
_puberteit - vruchtbaar
_waarom je jeugdpuistjes krijgt (poriën-meeeters-acne)
_het verschil tussen transgender  & transseksueel
_verandering door gelaschtshormonen: testosteron - oestrogeen

Slide 9 - Slide

Puberteit

Slide 10 - Mind map

0

Slide 11 - Video

Verschillen tussen man en vrouw
Geslachtskenmerken:
lichamelijke kenmerken waaraan je het verschil tussen een man en vrouw kunt zien

Slide 12 - Slide

Primaire geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken:
 al vanaf de geboorte te zien

Jongens:
penis - balzak

Meisjes:
schaamlippen - vagina -  eierstokken baarmoeder,



Slide 13 - Slide

Verschillen tussen man en vrouw
Secundaire geslachtskenmerken: lichamelijke verschillen die ontstaan in de puberteit

Slide 14 - Slide

Geslachtskenmerken man

  • schaamhaar
  • baardgroei
  • okselhaar
  • borsthaar
  • bredere schouders
  • gespierde lichaamsbouw
  • zware stem

Slide 15 - Slide

Geslachtskenmerken vrouw
  • borstgroei
  • schaamhaar
  • okselhaar
  • bredere heupen
  • rondere lichaamsvormen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Wanneer ben je transgender of transsektueel?
Mensen worden soms in het verkeerde lichaam geboren. Ze voelen zich dan vaak heel erg ongelukkig. Mensen met het gevoel dat ze in het verkeerde geslacht zitten noemen we transgender.

Soms laten mensen zich opereren om het goede geslacht te komen. Deze mensen noemen we transseksueel. 

Slide 20 - Slide

Transgender of transseksueel





Iemand die zich niet thuis voelt in zijn lichaam: transgender
Iemand die van geslacht verandert: transseksueel

Slide 21 - Slide

Verschillende ontwikkelingen

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

veranderingen in puberteit
  • secundaire geslachtskenmerken
  • vruchtbaarheid
  • onevenredige groei
  • puistjes
  • gedrag

Slide 24 - Slide

Geslachtshormonen
De man:
Testosteron in de zaadballen

De vrouw:
Oestrogeen in de eierstokken
bron 6

Slide 25 - Slide

ontstaan secundaire geslachtskenmerken vrouw:
  • groei borsten
  • groei schaamhaar
  • ongesteld
hypofyse
geeft startsein 
maakt hypofyse-hormonen
zaadballen
geslachtsorgaan man reageert op hypofysehormonen en 
maken testosteron
eierstokken
geslachtsorgaan vrouw reageert op hypofysehormonen en maken oestrogeen
ontstaan secundaire geslachtskenmerken man:
  • penisgroei
  • baardgroei
  • lage stem etc...

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Huiswerk 10.2 
  • lezen: blz. 93 t/m 94
       maken: opdracht 12 t/m 18

  • Samenvatten

opdracht 6 t/m 9 [blz. 37 + 38]

  • Test jezelf

opdracht 5 t/m 7 [blz. 41]


timer
25:00
G2A

Slide 28 - Slide

huiswerk 2kd
paragraaf 10.2

lezen: blz. 91 t/m 94
maken: opdracht 1 t/m 16
timer
13:00

Slide 29 - Slide

Klas verlaten
  • Je huiswerk is genoteerd
  • Je werkplek netjes             achterlaten
  • De docent bepaalt    wanneer je kunt gaan
  • Je vertrekt rustig 

Slide 30 - Slide