berekeningen in biologie

Berekeningen in biologie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Berekeningen in biologie

Slide 1 - Slide

Bij biologie examens zitten regelmatig rekenopgaven. Ook al kan je niet goed rekenen, er zijn trucjes voor om de vragen goed te beantwoorden
procent sommen
energie berekeningen
deze komen vaak voor

Slide 2 - Slide

procent sommen
 DEEL
 GEHEEL
x 100%
Je berekent het altijd op deze manier

Slide 3 - Slide

procent sommen
 DEEL
 GEHEEL
x 100%
Je berekent het altijd op deze manier
wat moet je berekenen
Wat is het totaal

Slide 4 - Slide

Voorbeeldsom

Slide 5 - Slide

Wat is belangrijk??

Slide 6 - Slide

Wat is belangrijk??
Tomas is 17 jaar
Hij drinkt 4 blikjes
1 blikje bevat 250 ml

Slide 7 - Slide

Tomas is 17 jaar
Hij drinkt 4 blikjes
1 blikje bevat 250 ml
Hoeveel % van zijn dagelijkse energiebehoefte
Wat is gevraagd???

Slide 8 - Slide

Formule:
Deel : geheel x 100= .....%
Wat is het deel?

Wat is het geheel?

Slide 9 - Slide

Formule:
Deel : geheel x 100= ...%
Wat is het deel?

De hoeveelheid energie in de energiedrank die hij gedronken heeft

Hij drinkt 4 blikjes energiedrank.

Slide 10 - Slide

Wat is het deel??

De hoeveelheid energie in de energiedrank die hij gedronken heeft

Hij drinkt 4 blikjes energiedrank.
Hoeveel ml heeft hij gedronken??
Kijk in de opgaven (links)
opg

Slide 11 - Slide

Wat is het deel??

De hoeveelheid energie in de energiedrank die hij gedronken heeft

Hij drinkt 4 blikjes energiedrank.
Hoeveel ml heeft hij gedronken??
1 blikje bevat 250 ml
Hij drinkt 4 blikjes
Dat is: 4 x 250 = 1000 ml
opg

Slide 12 - Slide

Wat is het deel??

de hoeveelheid energie in de energiedrank die hij gedronken heeft

Hij drinkt 1000 ml energiedrank
Hoeveel energie zit er in 1000 ml?
opg

Slide 13 - Slide

Wat is het deel??

De hoeveelheid energie in de energiedrank die hij gedronken heeft

Hij drinkt 1000 ml energiedrank
Hoeveel energie zit er in 1000 ml?
in 100 ml zit 340 kJ
Hoeveel zit dan in 1000 ml?
1000: 100=10      10 x340 = 3400  
opg

Slide 14 - Slide

Formule:
Deel : geheel x 100= ....%
Wat is het deel?          3400 kJ

Wat is het geheel?           dat is waar je het
                           percentage van wilt berekenen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opgezocht in de opgave
Formule:
Deel : geheel x 100 = ....%
Wat is het deel?          3400 kJ

Wat is het geheel?            14000 kJ

Slide 17 - Slide

24.3 %
Formule:
Deel : geheel x 100= .....%
3400 : 14000 x 100 =.... %

Slide 18 - Slide

24.3 %
Het antwoord is dus:

Belangrijk:
Je krijgt 1 punt voor het berekenen van de hoeveelheid energie die je binnen krijgt met de energiedrank.
Je krijgt 1 punt voor het berekenen van het percentage 
Ook als je het eerste deel fout doet!

Slide 19 - Slide

Energie berekenen
wat moet je weten
wat is gegeven
LEES DE VRAAG GOED

Slide 20 - Slide

voorbeeld opgave

Slide 21 - Slide

LEES DE OPGAVE GOED

Slide 22 - Slide

Je hebt dus een zak van 225 gram chips
Je moet uitrekenen hoeveel energie de koolhydraten leveren
In de opgave vind je de gegevens

Slide 23 - Slide

Je hebt dus een zak van 225 gram chips
Je moet uitrekenen hoeveel energie de koolhydraten leveren
Eerst bereken je hoeveel koolhydraten er in 225 gram chips zit
100 gram chips bevat 67.3 koolhydraten.
Hoeveel koolhydraten zitten er dan in 225 gram chips?

Slide 24 - Slide

Uitrekenen hoeveel gram koolhydraten er in 225 chips zitten
100 gram chips bevat 67,3 gram koolhydraten.
 
225 : 11 x 67,3 = 151,4 gram koolhydraten

Slide 25 - Slide

Je hebt dus een zak van 225 gram chips
Je moet uitrekenen hoeveel energie de koolhydraten leveren
Je weet nu, dat er 153.7 gram koolhydraten in zitten
1 gram koolhydraten levert 16.8 kJ energie

Slide 26 - Slide

Je hebt dus een zak van 225 gram chips
Je moet uitrekenen hoeveel energie de koolhydraten leveren
1 gram koolhydraten levert 16.8 kJ energie Je hebt 153.7 gram koolhydraten
16.8 x 153.7 = 2582 kJ
Antwoord:
in 225 gram chips zit 2582 kJ
Let op: door anders af te ronden kan er een beetje ander antwoord komen

Slide 27 - Slide

Oefenen

Slide 28 - Slide

Wat heb je als antwoord op de vorige vraag?

Slide 29 - Open question

?
Klik daar voor de informatie bijlage

Slide 30 - Slide

Wat heb je als antwoord op de vorige vraag?

Slide 31 - Open question