Hoofdstuk 4 les 7 Auteursrecht

1 / 27
next
Slide 1: Slide
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Volgende week toets a2b
- je wordt ingedeeld in groep.
- 40 min de tijd om de taak te volbrengen.
- leer lessonups 1-5, 7 die met je gedeeld zijn 
Typingclub = 450 als eindlevel

Slide 2 - Slide

Volgende week toets h2a, m2a
- je wordt ingedeeld in groep.
- 40 min de tijd om de taak te volbrengen.
- leer lessonups 1-4, 7 die met je gedeeld zijn 
Typingclub = 450 als eindlevel

Slide 3 - Slide

Volgende week toets h2b
- je wordt ingedeeld in groep.
- 40 min de tijd om de taak te volbrengen.
- leer lessonups 1-5, 7 die met je gedeeld zijn 
Typingclub = 450 als eindlevel

Slide 4 - Slide

Pas op het wordt een beetje veel praten
Wat ik je vandaag leer komt altijd terug

Slide 5 - Slide

Huiswerkvraag: Wat viel je op aan al het nieuws dat je hebt gezien?

Slide 6 - Open question

Gebruik je weleens een bron die niet van jou is?
Ja
Nope

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Slide

Auteursrecht
Wanneer jij een foto, filmpje, tekst, lied, schilderij of sieraad maakt, heb je automatisch het auteursrecht. Auteursrecht wordt ook wel copyright genoemd. Daar gebruiken we vaak het symbool © voor. 
Portretrecht: Dit geld ook voor plaatjes.

Slide 9 - Slide

Plagiaat = schending auteursrecht
In de werkelijkheid betekent dit schadevergoedingen.
Op school = 1

Slide 10 - Slide

Bron altijd vermeld

Slide 11 - Slide

Copy+past = plagiaat
Je mag de bron die je gebruikt samenvatten
Je mag onderdelen uit de bron die je gebruikt gebruiken en mixen met eigen woorden = parafraseren
Je mag letterlijke onderdelen uit de bron "quoten". 

Slide 12 - Slide

Oplossing: Citaatrecht 
Iedere keer dat je iemands werk gebruik moet je aangeven waar je dit vandaan hebt met een verwijzing. Je leert apa
Oplossing: rechtenvrij

afbeeldingen 
tools --> gebruiksrechten: creative commons

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

In tekst verwijzing

Slide 15 - Slide

In tekst verwijzing
Bronverwijzing

Slide 16 - Slide

Wat doe jij meestal
1. SAMENVATTEN: Algemene informatie die je uit je bronnen leert in je EIGEN woorden zetten, en de auteur de eer geven.
2. PARAPHRASING: Herformuleren van meer specifieke punten op een manier die dichter bij hoe de auteur schreef, en met vermelding van de auteur krediet.
3. DIRECT QUOTES: Enkele exacte woorden van de auteur overnemen, maar ze tussen aanhalingstekens plaatsen en de auteur de eer geven.

Slide 17 - Slide

1. in tekst verwijzing
Een typische training kan tot 4 uur duren en bestaat uit rekoefeningen, oefeningen, gewichtheffen en oefenwedstrijden (Mori, 2015). 

Volgens Samantha Buglover (2013) hebben venusvliegenvallen extra stikstof nodig, dus die halen ze uit insecten (p. 8). 


Vorm is:
- volgens auteur (jaartal) 
- (achternaam, jaartal) achteraan de zin.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Geef de verwijzing voor in de tekst

Slide 20 - Open question

2. bronnenlijst doe je het zo
Mori, J. (2015, October 4). The daily life of a sumo wrestler. Gevonden op http://www.interesting.com/sumo
Vorm: achternaam, voorletter.(jaartal, exacte datum). titel. gevonden op exacte website

Buglover, S. (2013). The great outdoors. 
Vorm: achternaam, voorletter.(jaartal). titel. 



 

Slide 21 - Slide

Wat is de tekst verwijzing van het volgens boek?
Title: Mummy
Author: James Putnam
Page: 14
Year: 1993

Slide 22 - Open question

Je moet het altijd 2 keer doen
Kort in de de tekst = In de tekst verwijzing
Lang in de bronnenlijst: aan het einde van je stuk

Slide 23 - Slide

Pak een boek/artikel of zoek een site op die je recent hebt gebruikt en geef de 2 vormen van APA (referentielijst en in-tekst verwijzing)

Slide 24 - Open question

De lange referentie van de informatie die u van cito kreeg op www.cito.com. U hebt de informatie op 29 november 2013 bekeken, maar op de site staat geen datum.
Geef de verwijzing

Slide 25 - Open question

De in-tekst verwijzing van een artikel van T. Ashwell in tijdschrift second language writing uit 19 november 2000

Slide 26 - Open question

Huiswerk opdracht
Schrijf een 5 alinea verslag waarin je uitlegt waarom puppies kauwen op bijna alles wat in de buurt van hun mond komt. 
Je start met een introductie
Je geeft 3 redenen waarom puppies kauwen. Elke reden heeft zijn eigen alinea.
Voor iedere bron in de tekst gebruik je verwijzingen volgens apa in de tekst.
Geef een conclusie
eindig met je bronnenlijst op de juist manier volgens apa


Slide 27 - Slide