This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H3 §5
Geld ,over en te kort
Reserveren
Slide 1 - Slide
Vandaag:
Lesdoel
Uitleg
Aan de slag
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
waarom je moet reserveren.
hoe je moet reserveren
Slide 3 - Slide
Zorgen voor een reserve
Reserveren: Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.
Duurzameconsumptiegoederen: Goederen die voor langere tijd meegaan.
Verbruiksgoederen: Goederen die je maar één keer kunt gebruiken.
Als je de reserve gebruikt, gaat deze op. Hoe vaker, hoe sneller je geen reserve meer hebt.
Het is dan verstandig je reserve weer aan te vullen.
Slide 4 - Slide
Noem een voorbeeld van een duurzaam consumptiegoed en een verbruiksgoed die jij nu in je schooltas hebt zitten.
Slide 5 - Open question
Reservering per maand
Stel je voor: je spaart voor een Playstation 5. Deze kost €500 als je hem in de winkel koopt. Als je deze koopt daalt je reserve dus met €500. Je gebruikt hem 4 jaar. Welk bedrag moet je per maand reserveren om de reserve weer aan te vullen?
4 jaar = 48 maanden.
€500 / 48 = €10,42 per maand.
Slide 6 - Slide
Reserveren voor een eerste aankoop
Wesley spaart voor een scooter.
Hij heeft € 1.400 gespaard, maar dat is niet genoeg.
De scooter die hij wil hebben, kost € 3.350.
Er moet nog € 3.350 − € 1.400 = € 1.950 bij.
Hij wil over zes maanden de scooter kopen, daarom moet hij hiervoor € 1.950 : 6 = € 325 per maand reserveren.
Slide 7 - Slide
Restwaarde
Wesley heeft zijn scooter gekocht voor € 3.350.
Na twee jaar wil hij hem vervangen.
Hij hoeft minder te reserveren dan de aankoopprijs, want de scooter heeft na twee jaar nog een restwaarde van € 1.700.
In twee jaar moet hij reserveren: € 3.350 − € 1.700 = € 1.650.
Dat is per maand € 68,75.
Restwaarde: de prijs die een product na gebruik opbrengt.
Slide 8 - Slide
Wat is juist?
A
Hoe hoger de restwaarde, hoe minder je hoeft te reserveren.
B
Hoe lager de restwaarde, hoe minder je hoeft te reserveren.
Slide 9 - Quiz
Meevallers en tegenvallers
Er kunnen er meevallers of tegenvallers zijn.
De gebruiksduur kan korter of langer zijn dan verwacht.
De vervangingsprijs kan hoger of lager zijn dan verwacht.
Dat geldt ook voor de restwaarde.
Hoe beter je alles inschat, hoe groter de kans dat hij precies voldoende reserveert.
Slide 10 - Slide
Kendrick heeft een auto gekocht voor € 18.000. Hij wil er vier jaar in rijden. De restwaarde na vier schat hij op € 6.000. Bereken het maandelijks te reserveren bedrag.
Slide 11 - Open question
Aan de slag!
Ga aan de slag met H3 §5
Zorg dat je ook de rekentrainer maakt.
Klaar? Maak versterk jezelf.
Je werkt voor jezelf.
Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).