This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Today
- 4E grammar: prefix
- exercises
- numo uitleg
Slide 1 - Slide
Prefixes and suffixes are sets of letters that we add to the beginning of a word (prefix) or at the end of a word (suffix). They change the meaning of a word.
Slide 2 - Slide
Prefix
Prefixes zijn letters die voor het woord staan waarmee de betekenis van het woord wordt veranderd.
like - dislike
happy - unhappy
write - rewrite
Slide 3 - Slide
Take a look at these examples
legal illegal
wanted unwanted
regular irregular
literate illiterate
Slide 4 - Slide
the difference is
no prefix prefix
legal illegal
wanted unwanted regular irregular
literate illiterate
Slide 5 - Slide
Prefixes
non-/un-/im-/il-/in-/ir-
non-profit/illegal/impossible
Re-
return / revisit/ replay
Mis-
miscommunication
Dis-
disappear
betekent het tegenovergestelde
opnieuw
maakt het woord negatief
betekent het tegenover gestelde OF maakt negatief
Slide 6 - Slide
Which is the correct opposite of honest?
A
unhonest
B
ilhonest
C
dishonest
D
mishonest
Slide 7 - Quiz
Which is the correct opposite of reliable?
A
irreliable
B
unreliable
C
disreliable
D
inreliable
Slide 8 - Quiz
Which is the correct opposite of agree?
A
misagree
B
unagree
C
iragree
D
disagree
Slide 9 - Quiz
Wat komt er voor "possible"
A
Non
B
Dis
C
Im
D
Ir
Slide 10 - Quiz
Complete the sentence with the correct prefix.
I don't trust that boy anymore. He was ...honest about his age.
A
re
B
dis
C
mis
D
im
Slide 11 - Quiz
Wat komt er voor "play"
A
Mis
B
Re
C
Un
D
Ir
Slide 12 - Quiz
Wat komt er voor "appear"
A
Un
B
Dis
C
Non
D
Ir
Slide 13 - Quiz
Exercise
4.E writing & grammar
exercise 31 & 32
Slide 14 - Slide
Suffix
Suffixes zijn letters die achter het woord komen om zo de betekenis van het woord te veranderen.
love - lovely
cheer - cheerful
music - musical
Slide 15 - Slide
Part 2: Suffixes / Achtervoegsels
Komen achterhet woord
Veranderen de betekenis van het woord
Examples: -er, -ing/ -ment, -ness
Slide 16 - Slide
Suffixes
-er
slower, faster, easier
-ness
kindness, happiness
-ing
painting
-ment
payment
vergelijken met iets of iemand
bijvoegelijk naamwoord veranderd in een zelfstandignaamwoord