H2.1 - Les 2: Leven in het Amazonegebied

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

LANDSCHAPSZONES

op aarde

[e-mail]

Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling: HET BASISBOEK

De eerste landschapszone: Leven in het Amazonegebied

Regels tijdens de les

1. Er is maximaal één iemand aan het woord.
2. Steek je vinger op als je iets wilt zeggen.
3. Neem altijd je boeken mee!

BASISBOEK

Wanneer weet ik dat ik het

basisboek nodig heb?

CHECK START

LESDOELEN

1. Je kunt het verschil tussen uitleggen tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap.
2. Je kunt de temperatuur, neerslag en plantengroei van het tropisch regenwoud beschrijven.
3. Je kunt 4 kenmerken van het tropisch regenwoud  benoemen. 

LANDSCHAPSZONES

LANDSCHAPSZONES

NATUURLANDSCHAP

Landschap dat niet door mensen is ingericht. Het is puur natuur.

INGERICHT LANDSCHAP

Landschap waarin mensen huizen, wegen, akkers, weilanden en andere dingen hebben aangelegd.

Natuur- of ingericht landschap?

Natuur- of ingericht landschap?

Natuur- of ingericht landschap?

Natuur- of ingericht landschap?

HET TROPISCH REGENWOUD

TROPISCH REGENWOUD

Locatie

TROPISCH REGENWOUD

Vegetatie

Planten

TROPISCH REGENWOUD

Biodiversiteit

Variatie aan dieren en planten

Lees samen H2.1:

Leven in het Amazonegebied

Open pagina 24-25 in je lesboek en B96 in je basisboek.

Beantwoord de volgende vragen in je schrift:

1. Schrijf 4 kenmerken van het tropisch regenwoud op.
2. In welk continent vind je het grootste tropisch regenwoud.
3. Leg uit: Waarom heeft Brazilië een ongelijke bevolkingsspreiding.
4. Leg uit: Waarom vindt er ontbossing plaats?
5. Benoem 2 dingen waarvoor het hout in het regenwoud gebruik wordt.

Klaar? Maak opdracht 1 in je werkboek!

LESDOELEN

1. Je kunt het verschil tussen uitleggen tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap.
2. Je kunt de temperatuur, neerslag en plantengroei van het tropisch regenwoud beschrijven.
3. Je kunt 4 kenmerken van het tropisch regenwoud  benoemen. 

Aan de slag!

• Lees H2.1: Leven in het Amazonegebied
• Gebruik de atlas
• Maak 1, 2 en 3
  

Regels wanneer je aan het werk bent:

• Je mag samenwerken (fluisterend).
• Steek je vinger op als je iets wilt zeggen!

Wat je niet af krijgt is huiswerk voor de volgende les!

HUISWERK

H2.1: 1 t/m 3