Herhaling H3 - Aan het werk

Herhaling Hoofdstuk 3 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling Hoofdstuk 3 

Slide 1 - Slide

Begrippen

Vacature: een baan waarvoor iemand wordt gezocht 
Solliciteren: het bedrijf laten weten dat jij graag die baan wilt 
Arbeidsmarkt: waar vraag en aanbod van arbeid elkaar ontmoeten
Vraag: bedrijven en instanties die werk hebben
Aanbod: mensen die werk zoeken

Slide 2 - Slide

Begrippen
Scholing: voor veel banen heb je een bepaalde opleiding nodig
Arbeidsverdeling: iedereen heeft zijn eigen taak en werk (leidinggeven en uitvoeren)

Voltijdbaan (of ook wel full time): 36 uur per week of meer
Deeltijd (of ook wel part time): minder dan 36 uur per week


Slide 3 - Slide

Werknemer en werkgever
Als je gaat werken voor een baas, dan ben je werknemer
Je baas is dan je werkgever.

Als je door je werkgever bent aangenomen, teken je een arbeidsovereenkomst. Hierin staan je arbeidsvoorwaarden: wat voor werk je doet en welk salaris daarbij hoort

Slide 4 - Slide

Proeftijd
  • periode die je hebt om te bepalen of je het werk leuk vindt. 
  • Geldt voor de werkgever én de werknemer
  • is maximaal twee maanden

Slide 5 - Slide

Vaste en tijdelijke baan
vaste baan: in je arbeidsovereenkomst staat géén einddatum
tijdelijke baan: er staat wél een einddatum in je contract

Slide 6 - Slide

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet meer beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een manier om te solliciteren

Slide 7 - Quiz

kan ik hier werken?
je moet eerst...
Tekst
A
werken
B
solliciteren
C
betalen
D
bedenken

Slide 8 - Quiz

Kay wil solliciteren op een baan als auto-ontwerper. Kay is...
A
aanbod van arbeid
B
vraag naar arbeid

Slide 9 - Quiz

Hoeveel uur moet je minimaal werken voor een voltijdbaan?
A
36
B
32
C
44
D
40

Slide 10 - Quiz

Hans heeft een klusbedrijf ...
A
werkgever
B
werknemer

Slide 11 - Quiz

proeftijd geldt voor:
A
alleen de werknemer
B
alleen de werkgever
C
zowel werkgever als werkgever
D
allen antwoorden zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

Als er een einddatum in je arbeidscontract staat dan heb je een..
A
Vaste baan
B
Tijdelijke baan
C
Flexibele baan
D
Deeltijdbaan

Slide 13 - Quiz

Herhaling H3 - deel 2

Slide 14 - Slide

CAO
  • Staat voor Collectieve Arbeids Overeenkomst
  • afspraken over arbeidsvoorwaarden in een een bedrijfstak. 
  • Bedrijfstak is bijvoorbeeld Horeca, Detailhandel, Gezondheidszorg, Onderwijs etc. 

Slide 15 - Slide

Bruto en Netto loon
In je contract staat je bruto loon. 
Dat is NIET het bedrag dat jij van je baas krijgt. 
Daar gaat nog van af:
  • Loonbelasting
  • Inhoudingen (bijvoorbeeld premies voor uitkeringen)

Slide 16 - Slide

Minimumloon
  • Het salaris een werknemer (vanaf 21 jaar) MINIMAAL moet verdienen
  • Tussen 15 en 21 jaar: minimum JEUGDloon. Dit is een bepaald percentage van het Minimumloon

Slide 17 - Slide

Wetten die je beschermen
  • ARBO-wet: ARBeidsOmstandigheden: voor veilige en gezonde arbeisomstandigheden



  • Arbeidstijdenwet: regels voor werk- en rusttijden

Slide 18 - Slide

Werkloos
Je wil wel werken maar er is geen werk.

Wanneer word je meegeteld als werkloze?
  • tussen 15 jaar en pensioenleeftijd
  • geen baan hebt
  • actief op zoek naar werk

Slide 19 - Slide

Ontslag
  • Je arbeidsovereenkomst wordt beeindigd
  • Dit kan niet 'per direct'; je hebt te maken met een opzegtermijn. Die periode - dus tussen het opzeggen en de einddatum van je baan - is de opzegtermijn

Slide 20 - Slide

Werkloos - wat nu?
  • Om een uitkering te krijgen moet je inschrijven bij het UWV
  • Zij kijken of je recht hebt op een uitkering en helpen je bij het zoeken naar een baan. 

Zoek je wel werk, maar schrijf je niet in bij UWV, dan ben je verborgen werkloos. 

Slide 21 - Slide

Technologische ontwikkelingen
  • Deze zorgen onder andere voor veel nieuwe producten .
  • Maar deze kunnen er ook voor zorgen dat je je baan verliest. Bijvoorbeeld: robots in een magazijn, zelfscan kassa
  • Of zorgen voor nieuwe banen, bijv app-ontwikkelaar of web-bouwer

Slide 22 - Slide

Wat betekent CAO?
A
Collectie Aandelen Obligaties
B
Collectieve Arbeids Overeenkomst
C
Collectieve Arbeid Onderhandeling

Slide 23 - Quiz

Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - loonbelasting + premies
B
Brutoloon - loonbelasting - premies
C
Brutoloon + loonheffing
D
Brutoloon - btw

Slide 24 - Quiz

Wat is:
Regels en afspraken over leeftijd werktijden en pauzes?
A
ARBO
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsovereenkomst
D
Minimumloon

Slide 25 - Quiz

De ARBO Wet regelt
A
De hoogte van het loon
B
de werk en rusttijden
C
De veiligheid op het werk
D
De arbeidsovereenkomst

Slide 26 - Quiz

Ontslag kun je krijgen, maar ook nemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Wat bedoelt men met een opzegtermijn?
A
Tijdens het opzegtermijn mag je je baan opzeggen.
B
Dit is de periode die je nog moet uitwerken na opzeggen van je baan.
C
In deze periode mag je je mening vertellen over je baan.

Slide 28 - Quiz