14-05-2024

Planning H1H
- uitleg mondelingen
- Herhalen past simple

Homework: Finish the past simple assignment on Teams
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning H1H
- uitleg mondelingen
- Herhalen past simple

Homework: Finish the past simple assignment on Teams

Slide 1 - Slide

Mondelingen
In tweetallen ga je twee spreekopdrachten uitvoeren. 

Opdracht 1: Ik ga je een aantal vragen stellen die je individueel moet beantwoorden.

Opdracht 2: Je geeft een beschrijving over een foto. Hier ga je vervolgens met z'n tweeën over verder praten in een gesprek.

Slide 2 - Slide

Datums mondelingen:

H1H: 28 mei, 29 mei, 4 juni

MH1F: 24 mei, 29 mei, 30 mei

MH1G: 24 mei, 29 mei, 30 mei

Slide 3 - Slide

Planning H1H
- uitleg mondelingen
- Herhalen past simple

Homework: finish the past simple assignment on Teams

Geef aan het einde van de les je tweetal voor het mondeling door. De indeling komt in Somtoday te staan!

Slide 4 - Slide

Planning H3C
- Test unit 5
- Book presentations
- Check the homework assignments (4, 5, 6 of 5.5)
- Grammar: word order adverbs


Slide 5 - Slide

Test unit 5, vrijdag 24 mei
- Woordenlijsten les 5.3 + 5.4 + 5.5 (niet 5,2!)
- Expressions volgens de aangepaste lijst (zie Teams)

- Grammatica:  
unit 5: gerund vs. infinitive
  unit 5: past simple vs. past continuous vs. present perfect
  unit 6 (les 2): word order adverbs

Slide 6 - Slide

Book Presentations
31 mei, 5/6/7 juni 

Zorg dat je je PowerPoint op 31 mei hebt ingeleverd!

Slide 7 - Slide

Planning H3C
- Check the homework assignments (4, 5, 6 of 5.5)
- Grammar: word order adverbs


Slide 8 - Slide

Word order of adverbs
Types of adverbs:
  • Adverbs of frequency         (hoe vaak)
  • Adverbs of degree                (in welke mate/ op welke manier)
  • Adverbs of manner               (hoe)
  • Adverbs of place                    (waar of waarheen)
  • Adverbs of time                      (wanneer)

Slide 9 - Slide

Adverbs of frequency
Examples: always, never, often, usually en sometimes.
1. vóór het hoofdwerkwoord:
We always eat sandwiches for lunch.
My sister often loses her keys..
- na een vorm van to be:
The teacher is sometimes late.
Before, he was usually on time.

Slide 10 - Slide

Adverbs of degree
Examples: very, almost, just, incredibly en terribly
1. vóór het woord waarover ze iets zeggen:
That is really kind of you!
You are driving terribly fast

Slide 11 - Slide

Adverbs of manner
Examples: slowly, loudly en carefully
1. meestal na het hoofdwerkwoord of na het voorwerp (object) 
2. In eenvoudige zinnen is dit meestal aan het einde van de zin (maar vóór het bijwoord van tijd):
John walks quickly.
Open the door carefully.
He played the flute beautifully yesterday

Slide 12 - Slide

Adverbs of place
Deze bijwoorden staan meestal aan het eind van een zin:
My bike is in the shed.
They have already left for France.

Slide 13 - Slide

Adverbs of time
1. Bijwoorden die aangeven wanneer iets gebeurt, staan meestal aan het eind van een zin na de plaats!. 
2. Als je de tijd extra wilt benadrukken kun je ze ook vooraan in een zin zetten.
They left two days ago.
Yesterday I fixed my bike.
Place before time: They left for France two days ago.

Slide 14 - Slide

Do ex. 8, 9 & 10 of lesson 6.2
Finished?
Read in your reading book

Slide 15 - Slide