Verkeer

Verkeer
1 / 15
next
Slide 1: Slide
VerkeerBasisschoolGroep 7

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Verkeer

Slide 1 - Slide

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Een speeltuin
B
Een woonerf
C
je mag hier niet rijden

Slide 2 - Quiz


Wat voor een verkeersbord is dit?
A
Je mag hier.. bord
B
Je mag hier niet.. bord
C
Pas op bord
D
Dit is geen verkeersbord

Slide 3 - Quiz

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Pas op, een gevaarlijk kruispunt.
B
Pas op.
C
Ga niet op het kruis staan.

Slide 4 - Quiz

Wie mag eerst?
A
De dikke lijn heeft voorrang
B
De dunne lijn heeft voorrang

Slide 5 - Quiz

Wat moet je bij dit verkeersbord doen?
A
achteruit.
B
Links afslaan.
C
Je mag rechtdoor of rechtsaf, maar niet naar links.

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Je moet hand in hand lopen
B
Voetpad: Je moet hier lopen
C
Alleen voor ouders met kinderen

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van dit verkeersbord?
A
Stop altijd!
B
Iedereen moet stoppen voor jou
C
Je mag deze straat niet inrijden.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Kijk, jij mag eerst.
B
Kijk, hier is verkeer.
C
Kijk, de tegenligger mag eerst.
D
kijk, jij moet wachten.

Slide 9 - Quiz


Wat betekent dit verkeersbord?
A
Kijk, dit zijn voetgangers.
B
Pas op voor kinderen die oversteken.
C
Pas op voor mensen die rond rennen.

Slide 10 - Quiz

Jij hebt voorrang op het verkeer bij alle aankomende zijstraten en kruisingen.
Jij rijdt niet meer op een voorrangsweg!
Jij hebt voorrang op
verkeer van links en rechts.
Het waarschuwt je dat je voorrang moet geven aan het verkeer uit de zijstraten. 
 Je moet stoppen en voorrang geven aan al het verkeer van links en rechts.

Slide 11 - Drag question

Hoe kan je goed kijken voor het oversteken?

Slide 12 - Open question

Wie mag er eerst?
A
Vera
B
Tess

Slide 13 - Quiz

Waarom mag Tess voor Vera?

Slide 14 - Open question

Hoe was de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll