H3.3. De kracht van zee en wind deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 2

H3.3 De kracht van zee en wind 

Planning 

• Herhalen voor de vakantie 
• Leerdoelen p.3
• Uitleg paragraaf 3
• Opdrachten maken 
• Afsluiten les

Hooggelegen ijsmassa die heel langzaam naar beneden schuift 

De schurende werking van water, ijs en wind 

Het uit elkaar vallen van gesteente door temperatuurverschillen, water en plantenwortels 

Het neerleggen van materiaal door water, ijs en wind 

Het sediment dat door ijs wordt meegenomen en ergens wordt neergelegd. 

Erosie 

Verwering

Gletsjer 

Sediment 

morene 

Wat is dit?

1. U-dal
2. V-dal
3. Morene

Wat is het stroomgebied?

Wat zien we hier?

1. U-dal
2. Morene
3. V-dal

Leerdoelen H3.3. 

• Je kunt uitleggen hoe golven zand op het strand neerleggen 
• Je kunt beschrijven hoe eb- en vloedstromen zand en klei sedimenteren  

De zee 

• Bij de monding van een rivier: veel sediment 
  - dik pakket pakket zand en klei
  - door golven en stormen verder verspreid 
  
  
• De wind veroorzaakt golven 
  - hoe harder de wind, hoe hoger de golven 
  - sedimentatie van zand 
  
  
• Bij storm juist erosie door hoge golven

Waddengebied

• Waddengebied
  - vloed: water stroomt naar de Waddenzee
  - eb:  water stroomt terug 

Waddengebied 

Vloedstroom heeft meer kracht 

- zand en klei blijven achter 

- langzame stroming: zand sedimenteert 

- geen stroming: klei sedimenteert 

Aan de slag 

Wat: Maken opdrachten 1 en 2  op

blz. 56 (H3.3 digitaal werkboek)

Wie: individueel 

Hoe: in stilte 

Vraag?: steek je vinger in de lucht 

Tijd: 10 minuten 

Klaar?: Vraag aan mij voor de volgende opdracht 

Terugblikken les 

Aan het einde van de rivier vindt het proces .... plaats

1. Erosie
2. Sedimentatie
3. Verwering

Bij de monding van zee wordt ... en ... neergelegd

1. Klei
2. Zand
3. Grind
4. Rotsen

Hoe wordt er door golven zand op het strand neergelegd? 

Je kunt beschrijven hoe eb- en vloedstromen zand en klei sedimenteren