- Bij binnenkomst ga je zitten, doe je je telefoon in de telefoontas en leg je
je boek, schrift en pen op tafel.
- "Attention" betekent "let op!", als ik dat zeg ga ik iets uitleggen
en dan zijn jullie stil.
- We hebben respect voor elkaar en luisteren naar elkaar, wil je
iets zeggen dan steek je je vinger op.
Wat vinden jullie belangrijk? Willen jullie regels toevoegen?
Slide 2 - Slide
Le but (het doel van deze les)
Na deze les:
- je kunt gesprekken en berichten begrijpen over het
openbaar vervoer en het weer.
Slide 3 - Slide
Le program
Bonjour! Deviner le métier (raad het beroep).
Wat weten jullie nog van de vorige les? Être, avoir, faire, aller en de regelmatige werkwoorden op -er. Zijn er nog dingen na te kijken?
Les devoirs (huiswerk) nakijken en noteren voor de volgende keer
Un voyage en train - mise en pratique!
On travaille! (Zelfwerktijd)
Au revoir!
Slide 4 - Slide
Deviner le métier (raad het beroep)
C'est le facteur qui distribue le courrier tous les jours chez toi. Chaque jour, il relève également celui qui a été déposé dans les boîtes aux lettres publiques et le porte au bureau de poste pour qu'il soit envoyé.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Les devoirs (het huiswerk)
Nakijken: ex. 9A + B, 10 en 11 (page 19-20)
Slide 7 - Slide
Les devoirs (het huiswerk) voor 16 september 2022
Faire (maken): ex. 12 tot en met 14 (page 20-22)
Apprendre (leren): apprendre 4
Nederlands - Frans en
Frans - Nederlands) op page 39
Slide 8 - Slide
Une voyage en train - Mise en pratique!
Ga naar page 22 in je boek ex. 15
- Ga deze oefening in tweetallen maken (met drie als het niet anders kan). We doen allemaal ex. 15A.
- 10 minuten invullen en oefenen
- Daarna laten enkele duo's in de klas het horen
Slide 9 - Slide
Ex. 15 - mise en pratique
1. C
2. A
3. D
4. G
5. F
6. B
7. E
8. H
Slide 10 - Slide
On travaille!
Faire (maken): ex. 12 tot en met 14 (page 20-22)
Apprendre (leren): apprendre 4
Nederlands - Frans en
Frans - Nederlands) op page 39.
Slide 11 - Slide
Au revoir!
- Wat hebben jullie geleerd vandaag?
- Faire (maken): ex. 12 tot en met 14 (page 20-22) Apprendre (leren): apprendre 4 (Nederlands - Frans en