Kijk H3.2 opd 13, 14, 15, 17 & 18 na
Verbeter met een andere kleur pen of potlood.
ā
Zet een krul bij opdrachten die je goed hebt gemaakt.
ā Zet een kruisje bij opdrachten die niet helemaal goed gingen.
Zie je bij het nakijken niet goed wat je fout deed, stel vragen.