This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Traagheid
Slide 1 - Slide
Traagheidswet van Newton
Slide 2 - Slide
Weet je wat traagheid is?
A
Ja
B
Nee
C
Ja, slimme vraag
D
HUH?????
Slide 3 - Quiz
Wat denk jij dat traagheid betekent? Bespreek dit met je partner
Slide 4 - Open question
Wat is Traagheid?
Het verschijnsel dat een voorwerp in een bewegingstoestand wil blijven.
Slide 5 - Slide
Video Mythbusters Traagheid
Slide 6 - Slide
Verklaar wat er zojuist is gebeurt in het filmpje Bespreek dit met je partner
Slide 7 - Open question
Hoe zou je de tweede wet van newton omschrijven?
Slide 8 - Open question
Hoe zou je de derde wet van Newton omschrijven
Slide 9 - Open question
Een jongen duwt tegen een kast aan, waardoor de kast in beweging komt. Welke uitspraak klopt?
A
De jongen duwt harder tegen de kast dan dat de kast terugduwt
B
De kast duwt even hard terug als de jongen
C
De kast duwt harder terug dan de jongen
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 10 - Quiz
Een auto trekt heel snel op met sneeuw op het dak? welke uitspraak klopt?
A
De sneeuw zal naar voor schuiven
B
De sneeuw zal op het dak blijven liggen
C
De sneeuw zal naar achter schuiven
Slide 11 - Quiz
Een waterskiër wordt via een kabel door een speedboot voortgetrokken. De snelheid van het geheel is constant. De kabel is horizontaal. Er werken allerlei krachten op de skiër, de kabel en de speedboot, zoals bijvoorbeeld de wrijvingskracht op de speedboat. Bekijk er daarvan drie: de spankracht in de sleepkabel, de som van de weerstandskrachten op de skiër, de motorkracht van de speedboot. Welke kracht is het grootst?