future tenses 3TL

Future tenses
Aan het einde van de les kan je: 
- future tenses herkennen
- aangeven welke future tense je op welk moment gebruikt
-future tenses verwerken in een tekst
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Future tenses
Aan het einde van de les kan je: 
- future tenses herkennen
- aangeven welke future tense je op welk moment gebruikt
-future tenses verwerken in een tekst

Slide 1 - Slide

planning
- tekst bespreken: 10 min
- uitleg future tenses: 10 min
- maken verwerkings opdracht: 20 min
- bespreken opdracht: 10 min

Slide 2 - Slide

waar zie je het volgende?
- Voorspelling ZONDER bewijs
- Voorspelling MET bewijs
- Afspraak nabije toekomst
- Tijden volgens vast schema

Slide 3 - Slide

The future
4 different ways to talk about the future

  • Voorspelling ZONDER bewijs
  • Voorspelling MET bewijs
  • Afspraak nabije toekomst
  • Tijden volgens vast schema

Slide 4 - Slide

Future tenses
Present Simple 
er is sprake van een vast schema
the bus leaves in 5 minutes
he/she/it + ww + s
Present Continuous
in de nabije toekomst, tijd & plaats staat vast
we are leaving in 5 minutes
am/is/are + ww+-ing
To be going to 
plannen voor in de toekomst
voorspellingen met bewijs
I am going to clean my room today
am/is/are + going to + ww
Will/shall
(won't)
beloftes / iets aanbieden/ voorspellingen zonder bewijs
I will not tell anyone
Shall/will (not) + ww

Slide 5 - Slide

Use of future tenses 
timer
1:00
Een gebeurtenis in de toekomst die al gepland of afgesproken is. 
Een belofte of toezegging 
Een voorspelling waar geen of weinig bewijs voor is. 
Een voorspelling waar bewijs voor is. 
Een plan waar nog niets voor geregeld is. 
Een vaste gebeurtenis, door een ander gepland. Je kunt het opzoeken. 
Future met will 
Future met going to
Present simple 
Present continuous

Slide 6 - Drag question

Future tenses
Everything is booked!
We _______ to London in November.
timer
0:20
A
will go to travel
B
are going to travel
C
will go traveling
D
will go travel

Slide 7 - Quiz

Future tenses
"Can you help me?"
Yes, I __________.
timer
0:20
A
am going to
B
will
C
won't
D
will not

Slide 8 - Quiz

Future tenses:
The plane ......... at six o'clock this evening.
A
is leaving
B
leaves

Slide 9 - Quiz

__________ I help you?
A
shall
B
will

Slide 10 - Quiz

opdracht
schrijf zelf een tekst over wat je aankomend vakantie gaat doen:
beschrijf: 
- waar & wanneer je heen gaat.
- wie er mee gaan
- drie verwachtingen die je hebt
- iets waarvan je zeker bent dat het gaat gebeuren
- iets waarvan je niet zo zeker bent dat het gaat gebeuren.
Klaar?
geef antwoord op Paul zijn brief.
jij gaat ook 2 maanden naar je opa & oma, 
- beschrijf wat je daar gaat doen
- iets dat je wilt leren terwijl je daar bent
- 2 dingen waar je heel erg naar uitkijkt.

Slide 11 - Slide

lever hier je geschreven text in

Slide 12 - Open question