This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
2. Regenten en Vorsten
2.1. Machthebbers in Europa
A. Absolute vorsten
Slide 1 - Slide
2. Regenten en Vorsten
2.1. Machthebbers in Europa
A. Absolute vorsten
Slide 2 - Slide
Lodewijk XIV
Machtigste koning van Frankrijk ooit
Hij had gevoel voor staatszaken, maar hield ook van ballet en gitaar spelen
Slide 3 - Slide
Frankrijk
Nederland
Heilige Roomse Rijk
Slide 4 - Slide
Brenger van orde en rust
Verschillende edelen vochten om de macht in Frankrijk
Lodewijk bracht daar verandering in door een sterk leger op te bouwen
Met zijn leger kon hij vrede en rust brengen in Frankrijk
Slide 5 - Slide
De koning heeft alle macht
Lodewijk wilde voorkomen dat de edelen zich weer met regeren gingen bemoeien. Hij liet de edelen daarom op zijn gigantische paleis werken
Lodewijk had in Frankrijk alles voor het zeggen en wordt daarom een absolute vorst genoemd
Hij werd ook Zonnekoning genoemd, omdat hij, net als de zon, in het middelpunt stond
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Wat is absolutisme?
Slide 8 - Open question
Waarom is Lodewijk XIV een absolute vorst?
Slide 9 - Open question
Het paleis van Versailles
Op de volgende pagina kun je het paleis bekijken
Slide 10 - Slide
www.google.com
Slide 11 - Link
Slide 12 - Video
Mercantilisme
Eigen land beschermen voor buitenlandse handel en eigen producten promoten.
Gevolg: hele hoge invoerrechten
Colbert : minister van financiën
Slide 13 - Slide
De staat regelt de economie
alle vorsten wouden een betere welvaart, want dan konden ze meer belasting heffen.
Lodewijk zijn minister van financiën Colbert dacht hoe meer goud een land heeft hoe rijker het land is. Hij regelde het zo dat er heel veel goud binnenkwam en weinig goud het land uitging. Hij deed dit door de export aan te moedigen en de import juist niet. Zo verdiende hij veel goud want hij verkocht veel. Dit heet mercantilisme
Slide 14 - Slide
Uitvoering
mercantilisme =
het bevorderen van de eigen handel door:
invoerrechten +
inperken van mogelijkheden om handel te drijven (oa havenverbod)