B2C maandag 10 mei 2021

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

B2C Deutsch

Montag, den 10. Mai 2021

Herzlich Willkommen!

Rückblick

Vóór de vakantie zijn we bezig geweest met Kapitel 7.

Er staat echter nog een proefwerk klaar over Kapitel 6.

Dat wordt woensdag a.s. digitaal gemaakt tijdens het MLU óf tijdens het lesuur DUITS

Rückblick

Vandaag herhalen we de belangrijkste zaken van Kapitel 6, namelijk de Wörter, de Sprachmittel en de Grammatik.

Übersicht

Wat moet je kennen voor de toets?

blz.26 Lernliste Niederländisch-Deutsch en Deutsch-Niederländisch

blz.27 Grammatik (werkwoorden in de tegenwoordige tijd) Herhaal ook de theorie over de werkwoorden van Kapitel 4!

blz.27 Sprachmittel (Bekijk ook de uitgewerkte zinnen van blz.22)

Wiederholung

We gaan op de volgende dia's nog even kort wat herhalen.

Probeer steeds uit het hoofd te antwoorden.

Lukt dat niet, spiek dan even in je boek.

Noem enkele muziekinstrumenten. Geef ook de meervoudsvorm.

Noem enkele hobby's. Geen eventueel ook het voltooid deelwoord.

Welke vragen kun je stellen als je naar iemands hobby's informeert?

Welk woord past bij dit plaatje?

Welk woord past bij dit plaatje?

Welk woord past bij dit plaatje?

Welk van deze woorden heeft een POSITIEVE betekenis?

1. blöd
2. schön

Welk van deze woorden heeft een POSITIEVE betekenis?

1. interessant
2. langweilig

Welk van deze woorden heeft een POSITIEVE betekenis?

1. schwierig
2. leicht

Ich spiele jeden Montag nach der Schule …

Was sind deine Hobbys?

…finde ich toll / macht mir Spaß.

Mit wem gehst du meistens … ?

Was machst du gern?

Wat doe je graag?

… vind ik leuk.

Wat zijn je hobby’s?

Met wie ga je meestal … ?

Ik speel iedere maandag na school … .

Wat is de juiste werkwoordsvorm in deze zin?
Peter ... Musik.

1. hört
2. hörst
3. hören

Wat is de juiste werkwoordsvorm in deze zin?
Mark ... im Supermarkt.

1. arbeit
2. arbeitet
3. arbeitst

Wat is de juiste werkwoordsvorm in deze zin?
Wir ... auf diese Frage.

1. antwortet
2. antworten
3. antwortest

Wat is de juiste werkwoordsvorm in deze zin?
Warum ... ihr über mich?

1. reden
2. redest
3. redet

Hoe goed ken je de leerstof voor de toets al?

Héél goed; ik wist bijna alles.

Best wel goed; ik had maar een paar foutjes.

Nog niet zo goed; ik had best veel fouten.

Helemaal niet goed; ik wist bijna niets meer.

Hoe ga je je voorbereiden op de toets?

Niet, ik weet alles al.

Woorden en zinnen herhalen.

Grammatica nog eens bestuderen.

Gewoon oefenen met de Wiederholung van K6.

Daar heb ik nog niet over nagedacht.

An die Arbeit!

Kies wat je nu gaat doen:

• leren voor de toets van woensdag
• een activiteit doen uit Classroom