This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Als ik mezelf een cijfer moet geven voor werkwoordspelling tussen de 1 en 10 geef ik mezelf een
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 2 - Poll
Vul de goede werkwoorden in. Ik was zeer (stressen) voor de toets. Ik (worden) erg goed in werkwoordspelling. Hij (willen) mij vragen stellen. Het (gebeuren) me regelmatig dat ik fouten maak.
Slide 3 - Open question
Belangrijkste vraag
Is het een persoonsvorm?
Ja, volg de regels van de persoonsvorm.
Nee, is het dan een voltooid deelwoord? Volg de regels van het voltooid deelwoord.
Deze twee vormen komen het vaakst voor.
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm TT
Ik (werkwoord) ik, jij
aangepaste stam
Jij, hij, zij, het, etc. (werkwoord) hij, zij het, etc.
aangepaste stam + t
Wij, jullie, etc. (werkwoord) wij, jullie, etc.
hele werkwoord
Slide 5 - Slide
Persoonsvorm VT
Sterk werkwoord
Je schrijft wat je hoort.
Zwak werkwoord(stam eindigt op letter in 't sexy fokschaap)
Enkelvoud: aangepaste stam + te.
Meervoud: aangepaste stam + ten
Zwak werkwoord(stam eindigt NIET op letter in 't sexy fokschaap)
Enkelvoud: aangepaste stam + de.
Meervoud: aangepaste stam + den
Slide 6 - Slide
Voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van de zin.
Het heeft altijd een hulpwerkwoord bij zich.
Het begint met een voorvoegsel zoals ge, her, be, ver etc.
Slide 7 - Slide
Voltooid deelwoord
Schrijf op wat je hoort.
Eindigt wat je hoort op een -t of -d?
Je schrijft een t
als de laatste letter van de stam in 't sexy fokschaap staat.
Je schrijft een d
als de laatste letter van de stam NIET in 't sexy fokschaap staat.
Slide 8 - Slide
Let op!
De werkwoorden die van zichzelf al een voorvoegsel hebben zijn lastiger, omdat persoonsvorm en voltooid deelwoord hetzelfde klinken.
Sommige schrijfwijzen zie je vaker, waardoor jouw hersenen automatisch denken dat dat de goede vorm is.
Volg dus altijd de regels!!!
Slide 9 - Slide
Vul de goede werkwoorden in. Ik (vinden) spelling echt een stom onderdeel. Hij (worden) helemaal gek van spellingsles. Jij (willen) gisteren met mij oefenen. Het is me regelmatig (gebeuren) dat ik fouten maak.
Slide 10 - Open question
Meer uitleg nodig?
https://www.youtube.com/watch?v=JiNs794-QF0
Slide 11 - Slide
Opdracht
Haal bij de docent een werkblad op en ga dit werkblad maken.