This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
1. Lesopening/Lesdoel 2 puntsperspectief
2. Terugblik
3. Instructie Begrippen
4. Begeleid inoefenen Uitleg opdracht
5. Zelfstandig werken Werken volgens filmpje
6. Evaluatie
Slide 1 - Slide
1. Lesopening/Lesdoel
Je gaat bij deze opdrachten leren hoe je met 2 puntsperspectief kunt tekenen.
Hierbij maak je ook kennis met een aantal begrippen zoals:
ruimtesuggestie, overlapping, afsnijding, groot-klein, repoussior, horizon, perspectief, vogelvlucht en kikvors
Slide 2 - Slide
2. Terugblik
Welke begrippen ken je al? ruimtesuggestie, overlapping, afsnijding, groot-klein, repoussior, horizon, perspectief, vogelvlucht en kikvors
Slide 3 - Slide
3. Instructie
Voordat we met de opdracht aan de slag gaan, gaan we eens kijken naar de verschillende begrippen.
Hoe zat dit ook al weer?
Slide 4 - Slide
Ruimtesuggestie
Er zijn verschillende manieren om in een tekening of schilderij ruimte uit te beelden. Door bepaalde trucjes toe te passen lijkt het dan net alsof er ruimte in je werk zit. Dit noem je ruimtesuggestie.
Slide 5 - Slide
Overlapping
Een object staat voor een ander object. Je weet daardoor dat het object dat overlapt wordt verder naar achter staat.
Slide 6 - Slide
Afsnijding
Een gedeelte van de voorstelling wordt afgesneden door het kader. Hierdoor lijkt het tafereel buiten het schilderij door te lopen, en creeër je diepte in je werk.
Slide 7 - Slide
Groot - Klein
Door grote voorwerpen op de voorgrond te tekenen en kleine voorwerpen op de achtergrond krijg je diepte in je werk. De grote voorwerpen zijn vaak scherper en de kleine wat vager.
Slide 8 - Slide
Aan de zijkanten van een tekening of schilderij zijn ( donkere) vormen geplaatst waar je langs kijkt naar achteren toe. Zoals de coulissen aan de zijkanten van een toneel, of zoals de werking van een kijkdoos.
Coulissewerking/ repoussoir
Slide 9 - Slide
Doorkijkje
Je kijkt als toeschouwer door bijvoorbeeld een raam of deur naar binnen of buiten. Het tafereel wordt hierdoor gedeeltelijk overlapt door bijvoorbeeld een muur of een raam.
Slide 10 - Slide
Perspectief
Perspectief betekent letterlijk "gezichtspunt", Hiermee bedoelen ze de manier waarop iemand naar iets kijkt. Je hebt verschillende soorten perspectief.
Op de afbeelding hiernaast zie lijnperspectief
Slide 11 - Slide
Horizon:
De horizon is in het perspectief de lijn op ooghoogte
Slide 12 - Slide
Vogelvlucht
perspectief
Vogelvluchtperspectief: je kijkt vanaf boven erop, een hoge horizon met weinig lucht
Slide 13 - Slide
Kikvors
perspectief
Kikvorsperspectief, je kijkt van onderaf ergens tegenaan. Je voorwerp lijkt heel groot en je ziet veel lucht
Slide 14 - Slide
Doel: in deze les leer je
diepte te tekenen in 2-punts perspectief
een of meerdere gebouwen te ontwerpen
Slide 15 - Slide
4. Begeleid inoefenen
2-punts perspectief tekenen
Om het principe van groot voor en klein achter goed toe te passen zijn er regels.
Die regels samen vormen
het perspectief tekenen
Slide 16 - Slide
Regel 1
Er bestaan maar 3 soorten lijnen:
verticale lijnen;
lijnen naar het linker verdwijnpunt;
lijnen naar het rechter verdwijnpunt
Slide 17 - Slide
Regel 2
De verticale lijnen lopen precies recht naar beneden, ze lopen parallel aan de zijkant van het papier
Op de volgende pagina vind je een filmpje met instructie voor het perspectief tekenen.
Pak een scherp HB tekenpotlood, gum en een liniaal of tekendriehoek
Zet het filmpje aan en teken mee met de instructies
Gaat het filmpje te snel, zet hem dan op pauze
Slide 21 - Slide
Tijd over? Tijd voor iets extra's!
Vul je tekening aan met meer ramen en deuren in de gebouwen.
Je maakt een schetsontwerp voor jouw huis of stad van het jaar 2099. Hoe ziet die eruit?
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Ik vond het meetekenen met het filmpje ...
A
makkelijk
B
moeilijk
C
niet heel lastig, maar ook niet makkelijk
Slide 24 - Quiz
Waar begin je mee als je een 2-puntsperspectief tekening maakt?
A
een verticale lijn
B
verdwijnpunten
C
de horizon
Slide 25 - Quiz
Welke soorten lijnen gebruik je bij het 2-puntsperspectief tekenen
A
horizontale lijnen en verticale lijnen
B
verticale lijnen en lijnen naar de 2 verdwijnpunten
C
horizontale lijnen en lijnen naar de 2 verdwijnpunten
Slide 26 - Quiz
5. Zelfstandigwerken
Na het oefenen met het filmpje ga je aan de slag met je eindwerkstuk.
Slide 27 - Slide
Tekenopdracht ‘Architectuur’
eindopdracht.
4x50 minuten.
'Eigen stad'
Neem je studie over op een nieuw tekenblad. De foutjes laat je natuurlijk weg.
Je bedenkt zelf een of meerdere dingen die je stad/huizen bestendig maken. Denk aan vorm, kleur, (duurzame) materialen, (alternatieve) energiebronnen, levensstijl, doelgroep enzovoort.
Slide 28 - Slide
pas de volgende tekentechnieken toe:
licht -donkercontrast; om je tekening 3D te laten lijken arceer je de schaduw
voeg kleur toe met kleurpotlood en/ of verdunde plakkaatverf of aquarelverf