This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lesson goal. Je begrijpt het verschil tussen:
Slide 1 - Slide
Eerst een kennistestje: wat is present perfect en wat is past simple ook alweer?
Slide 2 - Slide
PRESENT PERFECT: welk werkwoord is ALTIJD aanwezig in de present perfect?
A
do of does
B
am of are
C
have of has
D
was of were
Slide 3 - Quiz
PRESENT PERFECT: in welke zin wordt de present perfect hieronder gebruikt?
A
Have I lived in Purmerend for 13 years.?
B
Did I live in Purmerend?
Slide 4 - Quiz
PAST SIMPLE: Wat is de regel voor + zinnen in de Past Simple (met regelmatige werkwoorden)?
A
werkwoord+ed
(b.v. I walked)
B
have + werkwoord+ed
(b.v I have walked)
Slide 5 - Quiz
PAST SIMPLE: in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.
Slide 6 - Quiz
PAST SIMPLE: Welk werkwoord voeg je altijd toe bij vragende en ontkennende zinnen in de past simple?
A
Have
B
Did
Slide 7 - Quiz
PAST SIMPLE: Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
Did you eat eggs for breakfast yesterday?
B
Do you always eat breakfast in the morning?
C
Have you eaten breakfast yet?
D
Has she seen the movie?
Slide 8 - Quiz
PAST SIMPLE: Welke zin gebruikt de Past Simple? Meerdere juiste antwoorden mogelijk.
A
She doesn't like movies.
B
She didn't like the movie yesterday evening.
C
She is watching a movie right now.
D
She hasn't seen the movie yet.
Slide 9 - Quiz
Kijk uitlegfilmpje...
Je kent nu de regels om present perferct en past simple te maken.
Maar je weet nog niet in welke situaties je de past simple in het Engels moet gebruiken en wanneer je juist de present perfect moet gebruiken.
In de volgende uitlegfilmpjes wordt dat uitgelegd. Er is een kort en een langer filmpje. Kies een filmpje om te kijken. Een filmpje helemaal af kijken is verplicht (niet afgekeken is HV in Magister).
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Welke tijd wordt in deze zin gebruikt? In 2007 I lived in Spain.
A
Past Simple
B
Present Perfect
Slide 12 - Quiz
Welke tijd wordt in deze zin gebruikt?I I have lived in Spain for 5 years.
A
Past Simple
B
Present Perfect
Slide 13 - Quiz
I lived in Curacao
I have lived in Curacao
Present Perfect
Past Simple
Slide 14 - Drag question
Vul het juiste werkwoord in: Present Perfect of Past Simple?
She ... (visit) her grandmother last month.
Slide 15 - Open question
Vul het juiste werkwoord in: Present Perfect of Past Simple?
King Henry VIII ... (have) six wives.
Slide 16 - Open question
Vul het juiste werkwoord in: Present Perfect of Past Simple?
They ... (wash) the car. It looks new.
Slide 17 - Open question
Schrijf twee zinnen in het Engels (minimaal 7 woorden per zin): zin 1. gebruik past simple zin 2. gebruik present perfect
Slide 18 - Open question
Exit ticket 1 Ik weet hoe ik de Past Simple en de Present Perfect moet maken.
A
Ja
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks van.
Slide 19 - Quiz
Exit ticket 2 Ik weet wanneer ik de Past Simple of de Present Perfect moet gebruiken.
A
Ja
B
Jawel, maar ik wil er nog mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het fijn vinden het nog even te herhalen.
D
Ik snap er niks van.
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Write your NEWS story. (use at least 30 words. - 5 to 7 sentences)
Slide 22 - Open question
You can start/ continue working on your project File
je had een file gekregen: boekje en stencil.
beide moet je inleveren op 19 juni.
wees zorgvuldig, want je krijgt ook punt voor netheid
(aub schrijf niet in het boekje, alleen in het stencil)
Slide 23 - Slide
See you next week!
Als je klaar bent met lesson up geeft dat door in TEAMS..