5 – 4b Ellips
5 - 4c Zo ontstaat er ‘snelheid’. De mededelingen vallen op en krijgen extra kracht.
5 - 4d (11) Zijn jagen, zijn dribbels, zijn passing. (12) Machtig mooi.
5 - 4e De zin beschrijft een snelle schijnbeweging. De zin zelf is, door al die korte stukjes tussen komma’s, ook ‘snel’.
5 - 4f Machtig mooi.
5 - 4g bliksem snel, een pass uit duizenden, wonderavond, ziedend.
5 - 4i De zin geeft een opsomming, zonder dat er persoonsvormen of onderwerpen worden gebruikt