Herhalen 3.1, 3.2 en 3.3 voor toetsweek 2

Herhalen 3.1, 3.2 en 3.3 voor toetsweek 2
1 / 35
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalen 3.1, 3.2 en 3.3 voor toetsweek 2

Slide 1 - Slide

Het Periodiek Systeem bestaat uit 18 kolommen, ook wel ... genoemd.
A
rijen
B
groepen
C
perioden
D
clubjes

Slide 2 - Quiz

De 18e, meest rechtse groep uit het Periodiek Systeem heet ...
A
Alkalimetalen
B
Halogenen
C
Edelgassen
D
Aardalkalimetalen

Slide 3 - Quiz

Welke stoffen kunnen goed stroom geleiden?
A
Metalen
B
Niet-metalen
C
Allebei
D
Allebei niet

Slide 4 - Quiz

Welk metaal is als enige bij kamertemperatuur vloeibaar i.p.v. vast?
A
Goud
B
IJzer
C
Lood
D
Kwik

Slide 5 - Quiz

Metalen
Zouten
Moleculaire stoffen

Slide 6 - Drag question

Positieve ionen met vrij elektronen

Soort stof?
A
Moleculaire stof
B
Zout
C
Metaal
D
Katoen

Slide 7 - Quiz

+ en - ionen afgewisseld in een ionrooster

Welke stof?
A
Metaal
B
Zout
C
Moleculaire stof
D
Zijde

Slide 8 - Quiz

Welke stof is vervormbaar?
En leg uit hoe dat komt.
Zout
Metaal

Slide 9 - Slide

Metaal:
vervormbaar
Zout : bros

Slide 10 - Slide

Indeling van stoffen
Geef voor elke stof aan tot welke groep ze behoren door ze naar de juiste plek te slepen.
Metaal
Zout
Moleculaire stof
Kwik
C6H12O6
NaCl
NH3
CO2
ZnS
Wolfraam
KI

Slide 11 - Drag question

Geleidt het wel of geen stroom?
NaCl (s)
A
Geleidt WEL stroom
B
Geleidt GEEN stroom

Slide 12 - Quiz

Geleidt het wel of geen stroom: NaCl (aq) en NaCl (l)
A
Geleidt WEL stroom
B
Geleidt GEEN stroom

Slide 13 - Quiz

Welke stelling is waar?
A
Metalen geleiden alleen gesmolten de stroom
B
Metalen geleiden alleen in vaste vorm de stroom
C
Metalen geleiden altijd de stroom
D
Metalen geleiden helemaal geen stroom

Slide 14 - Quiz

Nodig voor stroomgeleiding:
Geladen deeltjes die vrij kunnen bewegen

Slide 15 - Slide

Goud heeft atoomnummer 79 en massagetal 197.
Wat is het aantal elektronen?

(30 s)
A
79
B
197
C
118
D
276

Slide 16 - Quiz

Protonen zijn bouwsteentjes van een atoom. Waar zitten ze? En wat is de lading van een proton?
A
In de kern, negatieve lading
B
in de kern, positieve lading
C
in de wolk, negatieve lading
D
in de kern, geen lading

Slide 17 - Quiz

Waar vind je elektronen, en wat is de lading?
A
in de atoomkern, negatieve lading
B
in de wolk, negatieve lading
C
in de atoomkern, positieve lading
D
in de wolk, positieve lading

Slide 18 - Quiz

hoeveel protonen bevat een natrium-atoom?

Slide 19 - Open question

Wat voor soort stof is dit, met wat voor deeltjes?
A
metaal, atomen
B
moleculaire stof, moleculen
C
zout, ionen
D
moleculaire stof, atomen

Slide 20 - Quiz

Wat voor soort stof is dit, met wat voor deeltjes?
A
metaal, atomen
B
moleculaire stof, moleculen
C
zout, ionen
D
moleculaire stof, atomen

Slide 21 - Quiz

Wat voor soort stof is dit, met wat voor deeltjes?
A
metaal, atomen
B
moleculaire stof, moleculen
C
zout, ionen
D
moleculaire stof, atomen

Slide 22 - Quiz

Wat voor soort stof is dit, met wat voor deeltjes?
A
metaal, atomen
B
moleculaire stof, moleculen
C
zout, ionen
D
moleculaire stof, atomen

Slide 23 - Quiz

Wat voor soort stof is dit, met wat voor deeltjes?
A
metaal, atomen
B
moleculaire stof, moleculen
C
zout, ionen
D
moleculaire stof, atomen

Slide 24 - Quiz

Metalen geleiden niet in vloeibare fase
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Moleculaire stoffen geleiden in vaste fase
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Zouten geleiden in vloeibare fase
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

De metaalbinding op microniveau is een erg zwakke binding
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Een edel metaal reageert gemakkelijk met zuurstof
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

De sterkte van de vanderwaalsbinding hangt af van de massa van de moleculen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Het kookpunt van ethaan (C2H6) is hoger dan het kookpunt van butaan (C4H10)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

De covalentie van O is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 32 - Quiz

De covalentie van C is ...
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 33 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van een ion?
A
een ion is een atoom met een positieve lading
B
een ion is een atoom met een negatieve lading
C
een ion is een atoom met een lading

Slide 34 - Quiz

Welk element bevindt zich in groep 17 en periode 3
A
H
B
Zn
C
Cl
D
Fe

Slide 35 - Quiz