Les 17. Spelling p.4 Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens
O2M2 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with text slides.
Items in this lesson
O2M2 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.
Slide 1 - Slide
Toets
Donderdag
Spelling (lj1, hoofdletters, komma, dubbel punt en aanhalingstekens)
Grammatica (lj1, voegwoord, pers. en bezit. voornaamwoord)
Woordenschat (kopen).
Slide 2 - Slide
Spelling leerjaar 1
Hoofdletters
Eindletter -d -t
Meervoud
Verkleinwoorden
Slide 3 - Slide
Spelling leerjaar 2
Hoofdletters
Leestekens
Dubbele punt en aanhalingstekens
Bijvoeglijk naamwoord
Meervouden op -s en -n
Slide 4 - Slide
Leestekens
Wanneer gebruik je die?
Slide 5 - Slide
Leestekens
Je moet leestekens gebruiken om een tekst beter leesbaar te maken. Voorbeelden van leestekens zijn: punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma’s.
De regels voor punten, vraagtekens en uitroeptekens heb je in leerjaar 1 al geleerd. In deze paragraaf leer je wanneer je komma’s moet gebruiken.
Slide 6 - Slide
Dubbele punt :
Een dubbele punt gebruik je op twee manieren.
- als je iets aankondigt of opsomt
Ik kreeg een aantal cadeautjes: scheenbeschermers, kousen en een trainingsjack.
= als je iemand citeert
Jasper zei: "Overmorgen ben ik jarig."
Slide 7 - Slide
Dubbele punt :
Als je iemands woorden precies opschrijft zoals hij ze uitsprak, gebruik je ook een dubbele punt. Dat heet een citaat.
Je kondigt het citaat aan met een dubbele punt. Je zet de woorden die gezegd zijn tussen aanhalingstekens. Het citaat begint altijd met een hoofdletter.
Danique vroeg: ‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’
Slide 8 - Slide
Let op
Let op: als een citaat vooraan in de zin staat, gebruik je geen dubbele punt. Wel komt er een komma na het citaat en het aanhalingsteken.
"Overmorgen ben ik jarig", zei Jasper.
"Wie heeft zin in een potje voetbal?", vroeg Danique.
Slide 9 - Slide
Video
Kijk mee.
Slide 10 - Slide
Aan het werk!
Cursus 7 - Spelling - Paragraaf 4 - Leestekens: Dubbele punt en aanhalingstekens