K - H6 - §6.5 Gelijkvormige driehoeken deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

H6 - Vergroten en verkleinen 

Getal en Ruimte  

VMBO 2 basisKader 

§6.2 Gelijkvormige driehoeken 

Lesdoel(en):

Aan het einde van de les ben ik in staat om....

•  Te weten wanneer driehoeken gelijkvormig zijn. 
• Een lengte uit te rekenen bij 2 gelijkvormige driehoeken met behulp van de factor en een tabel 
• Overeenkomstige hoeken en zijden kunnen benoemen bij gelijkvormige driehoeken. 

Wat weet je nog?

Hoe noemen we de speciale gelijkvormige figuren?

1. Zandloper
2. Zandfiguur en Snavelloper
3. Zandloper en snavelbek
4. Hebben geen speciale naam

Wat weet je nog?
Is driehoek ABC gelijkvormig met
driehoek CDE?

1. Ja
2. Nee

Wat weet je nog?
Welke hoek is overeenkomstig
met hoek A?

1. B
2. C
3. D
4. E

Wat weet je nog?
Wat is de overeenkomstige
zijde van AC?

1. AB
2. CD
3. DE
4. CE

Driehoek ABC gelijk-
vormig met: ....

1. BED
2. ADE
3. CDE
4. BCE

De overeenkomstige
zijde van AE is ...

1. AC
2. DE
3. AD
4. BC

De overeenkomstige
hoek van C is ...

1. D
2. E
3. A
4. D

Theorie 

Gelijkvormige driehoeken

Hoeken die even groot zijn: 

Overeenkomstige hoeken

Theorie 

Opdrachten

§6.5, blz 92 t/m 97

Opdracht 71 t/m 77 maken

Succes!

Wat weet je nog?
Wat is de vergrotingsfactor bij deze
driehoek?

1. 2,5
2. 0,4
3. 1,75
4. 3,57

Wat is de vergrotings-
factor van de zijdes?

1. 3
2. 2,67
3. 4
4. 0,25