a. Op schiphol worden sommige reizigers van top tot ..................... gefouilleerd.
b. Mijn kleine neefje zei boe noch .............................. toen hem gevraagd werd hoe hij heette.
c. De jongen die de kleuter uit de vijver redde, heeft zijn lintje dubbel en ............................ verdiend.
d. Gelukkig heeft onze buurvrouw ons met raad en .............................. bijgestaan na de brand
e. De nieuwe buren wisten de eerste weken heg noch .......................................... in onze stad.
f. Britt heeft ons in geuren en ...................................... verteld hoe haar eerste afspraakje met Joric verliep.