De smaakstijlen voor wijn :
Smaakstijlen
De acht verschillende smaakstijlen in de kubus staan voor:
1 – Gebalanceerd
Wijn die niet té is, dus niet te zuur, niet te zoet en niet te droog. Kortom, lichte wijnen.
2 – Rond
Harmonische wijnen, die naar zacht, rijp fruit proeven. Wijn die soms kort op hout heeft gelegen bij de wijnboer, maar vaak ook niet. Toegankelijke wijn met een mooie, zachte smaak.
3 – Licht
Wijnen die best wat zuur mogen hebben. Maar ook een pittige, frisse wijn. Gewoon een lekkere wijn die je kan doordrinken en bij veel gerechten past.
4 – Fris
Frisse en opwekkende wijnen. Wijnen die niet op hout zijn bewaard of een rijke fruitsmaak hebben. Veel witte wijnen dus, maar ook een glaasje licht rood mag best.
5 – Krachtig
Dit zijn wijnen met karakter. Wijnen met tannine, waar jouw mond een beetje van samentrekt. Strakke wijnen met een mooie houtsmaak, krachtig in de mond. Geen laffe wijntjes, maar ruige jongens dus
6 – Vol
Volle, vaak zoetere wijnen. Wijnen waarvan de geur bij het openen van de fles erin knalt. Mooi gekleurde wijn met veel rijp fruit. Denk aan een stormachtig najaar, opgekruld voor een brandende open haard.
7 – Stevig
Dit zijn stevige, pittige wijnen. Wijnen die in houten vaten hebben gerijpt. Waar je bij iedere slok weer iets nieuws proeft. Denk overigens niet alleen aan rood. Er zijn ook stevige, witte wijnen die hieraan voldoen.
8 – Opwekkend
Frisse wijnen die prikkelen, met name door koolzuur. Karakterwijnen met een uitgesproken smaak. Niet alleen bubbels zoals Champagne, Prosecco of Cava, maar ook stille wijnen met veel zure
Smaakstijlen
1 – neutraal
Er gebeurt weinig in het mondgevoel, geen strakke of filmende invloeden.
2 – Rond
Mondgevoel is filmend onder invloed van de aanwezige vetten of onopgeloste suikers. Smaakgehalte is niet al te hoog en in smaaktype zijn mogelijk rijpe tonen aanwezig.
3 – Balans, laag
Hier is het smaakgehalte niet al te hoog; strakke en filmende elementen zij aanwezig en houden elkaar in evenwicht, noch het strakke, noch het filmende overheerst.
4 – Fris
Het mondgevoel wordt strak door de frisse stoffen waardoor de mond samentrekt. Zouten en zuren zijn de beste voorbeelden. Smaakgehalte is niet al te hoog en in het smaaktype domineren vooral frisse tonen.
5 – Krachtig
Ligt op de as van ‘neutraal’. Deze is strak noch filmend. Het mondgevoel is droog en dir kan allerlei redenen hebben: bijvoorbeeld vaste voedingsmiddelen als toast of crackers die het speeksel opzuigen. Ook bittere voedingsmiddelen.
6 – Vol
Dit is de filmende as, waarbij nu het smaakhehalte hoog is, en de rijpe tonen markant aanwezig zijn, met name door duidelijk proefbaar vet of zoet. Denk hierbij aan romige kaas, karamel en leverworst.
7 – balans, hoog
Het verschil hier met balans, laag is dat het smaakgehalte hoog is.
8 - Prikkelend