Hf 2 - 2.3. Waarom zou je lenen? (deel 1)

2.3. Waarom zou je lenen?
blz. 66
Wat heb je nodig?
Leerboek
Rekenmachine
Laptop


1 / 18
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

2.3. Waarom zou je lenen?
blz. 66
Wat heb je nodig?
Leerboek
Rekenmachine
Laptop


Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Terugblik op 2.2. 
  2. Uitleg en instructie 2.3. (deel 1)
  3. Quiz
  4. Maakwerk voor vandaag 
  5. Wat heb je geleerd? 
                                                         

Slide 2 - Slide

Even kijken wat je nog weet...
Maak Herhalingsopdrachten op blz. 85,
opgaven 10 t/m 14
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Wat leer je vandaag?
  1. De redenen waarom je geld zou willen lenen.
  2. Hoe een lening werkt en hoe om de kosten van een lening te berekenen.
  3. Hoe om een percentage te berkenen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waarom zou je lenen?
Redenen om te lenen:
  • Je wilt iets duurs kopen en wilt niet wachten tot je zelf het geld hebt
  • Je hebt onverwacht dringend geld nodig

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Waarom zou je lenen?
Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 8 - Slide

Quiz

Slide 9 - Slide

Als je geld leent, moet je vantevoren bedenken of je later op tijd kunt terugbetalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Het bedrag dat je terugbetaalt per maand voor een lening heet een
A
premie
B
maandtermijn
C
rente
D
aflossen

Slide 11 - Quiz

De maandtermijn bestaat uit twee delen.
A
premie
B
rente
C
aflossing
D
geld

Slide 12 - Quiz

Johan leent 5.000 euro bij de bank. Hij betaalt elke maand 150 euro terug aan de bank voor 3 jaar. Over hoeveel maanden betaalt hij in totaal terug?
A
12 maanden
B
36 maanden
C
48 maanden
D
60 maanden

Slide 13 - Quiz

Johan leent 5.000 euro bij de bank. Hij betaalt elke maand 150 euro terug aan de bank voor 3 jaar. Hoeveel betaalt hij in totaal terug?
A
5.000,-
B
5.125,-
C
5.400,-
D
6.754,21

Slide 14 - Quiz

Johan leent 5.000 euro bij de bank. Hij betaalt elke maand 150 euro terug aan de bank voor 3 jaar. Hoeveel rente betaalt hij?
A
5.000,-
B
230,-
C
970,-
D
400,-

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Maak blz. 66 t/m 69, opgaven 40 t/m 49.

Heb je alle Rekenopdrachten op blz. 90 af?

Klaar? Leer Samenvatting en Begrippen 2.3. op blz 78 en 79


Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video