Les 25-03-2021, terugblik hoofdstuk 5 en 6

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Terugblik H5 en H6 Overheid

Privatisering betekent dat de overheid een particulier bedrijf overneemt.

1. Juist
2. Onjuist

Iets waar iedereen gratis of bijna gratis gebruik van kan maken.

1. Collectieve voorziening
2. Collectieve sector
3. Particulier gebruiksgoed
4. Particuliere sector

De sociale zekerheid gaat over

1. de zekerheid van zorg
2. de zekerheid van financiële middelen
3. de zekerheid van onderwijs
4. de zekerheid van voldoende financiële middelen en zorg

Mensen met een inkomen helpen mensen zonder inkomen

1. fusie
2. kartel
3. sociale zekerheid
4. solidariteitsbeginsel

Hoe noemen we de verboden prijsafspraken tussen aanbieders?

1. Overname
2. Fusie
3. Kartel
4. Samenwerkings-verband

Wanneer is er sprake van nationalisatie?

1. Van overheid naar particuliere sector
2. Van particuliere sector naar overheid
3. Van particuliere sector naar particuliere sector
4. Van overheid naar overheid

Wanneer de overheid aflost op de staatsschuld. Wat voor gevolgen heeft dat op de rentekosten op de staatsschuld

1. Deze worden hoger
2. Deze blijven gelijk
3. Deze worden lager

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?

1. De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
2. De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
3. De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
4. De rijksbegroting en de miljoenennota hangen niet samen

Welke uitspraken kloppen?

1. Heffingen kosten de overheid geld
2. Subsidies leveren bedrijven geld op
3. Heffingen verhogen de bedrijfskosten van ondernemers
4. Subsidies kosten de overheid geld

Welk adviesorgaan hoort bij deze uitspraak: De verwachting is dat de economie het komend jaar met 1,5% groeit

1. Centraal Plan Bureau (CPB)
2. Centraal Bureau van Statistiek (CBS)

sociale zekerheid

volksverzekeringen

Sleep de begrippen naar je juiste plaats in het schema.

Sociale voorzieningen

Sociale verzekeringen

Werknemers-verzekeringen

Welke uitkering krijg je als je ontslag krijgt?

1. AOW
2. Bijstand
3. WW
4. WIA

WW

1. Sociale verzekering
2. Sociale voorziening

Ouderen die niet meer hoeven te werken, krijgen ...

1. Bijstand
2. AOW
3. WW
4. helemaal niets

is AOW een volksverzekering of een werknemersverzekering

1. volksverzekering
2. werknemersverzekering

Welke soort verzekering is dit?

WIA

1. Volksverzekeringen
2. Werknemersverzekeringen

Hoe worden de sociale voorzieningen betaald?

1. uit belastinggeld
2. uit premies
3. door werkgevers
4. door werknemers

Wie hebben recht op ANW

1. Gepensioneerden
2. Mensen in de bijstand
3. Nabestaanden van overledenen
4. Welklozen

Welke twee personen horen bij de actieven?

1. Werkloze vrouw
2. Meewerkende eigenaar bakkerij
3. Een gepensioneerde opa
4. Receptioniste op school

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.

collectieve sector

particuliere sector

Een nieuwe auto kost €12.900,- exclusief BTW. Hoeveel kost de auto inclusief BTW? (BTW = 21%)

1. € 15.609,-
2. € 27.090,-
3. € 10.661,16
4. € 15.351,-

Is de stelling juist of onjuist?
Directe belastingen worden ook wel ‘kostprijsverhogende’ belastingen genoemd

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een houderschapsbelasting?

1. Wegenbelasting
2. Motorrijtuigenbelasting
3. BTW
4. Accijns

Welke kosten gebruik je bij het berekenen van de kilometerprijs

1. Vaste kosten
2. Variabele kosten
3. Vaste en variabele kosten

Wat moet de werknemer van zijn brutoloon betalen?

1. BTW
2. Premie sociale zekerheid
3. Loon belasting
4. Loonbelasting en premie sociale zekerheid

Overschot of tekort?

1. Begrotingsoverschot
2. Begrotingstekort

Belastingen op inkomsten. Bij welke belastingen horen die?

1. Directe belastingen
2. Indirecte belastingen

Hoe bereken je een stijging of daling in procenten?

1. (nieuw) : oud x 100
2. 100 : (nieuw-oud) x oud
3. Deel : geheel x 100
4. (nieuw-oud) : oud x 100

Wat klopt NIET over de WOZ-waarde?

1. Het is een schatting van de waarde van een huis.
2. De gemeente gebruikt de WOZ-waarde om de belasting te bepalen.
3. De WOZ-waarde is het bedrag waarvoor je een woning kan (ver)kopen.
4. De gemiddelde WOZ-waarde is een indicator voor de huizenprijzen in de wijk.

Uit welke bronnen krijgt de gemeente inkomsten?

1. Accijns
2. Afvalstoffenheffing
3. Toeristenbelasting
4. Inkomstenbelasting

In de gemeente X is het OZB tarief 6,95 per € 10.000. De WOZ waarde is € 285.000. Wat moet je betalen aan OZB?

Een fiets kost € 1850 euro inclusief 21% BTW
Welke berekening moet je maken om de prijs exclusief BTW te krijgen?

1. 1850 x 121
2. 1850 x 100/121
3. 1850 /100 x 121
4. 1850 / 121 x 100

Wanneer mag de werkgever de loonheffingskorting toepassen?

1. Als werkgever de loonbelastingverklaring heeft ingevuld
2. Als werknemer de loonbelastingverklaring heeft ingevuld
3. Als de werkgever de loonbelastingverklaring niet heeft ingevuld
4. Als de werknemer de loonbelastingverklaring niet heeft ingevuld

Dick zegt dat loonheffing een vooruitbetaling is op de inkomstenbelasting.

1. Dick heeft gelijk
2. Dick heeft geen gelijk

Hoeveel belasting moet er nog worden betaald?
Te betalen inkomstenbelasting = € 18.000
Heffingskortingen = € 2.758
Betaalde loonheffing = € 13.429

Wat is een aftrekpost bij de inkomstenbelasting?

1. hypotheekaflossing
2. hypotheekrente

Inkomstenbelasting is progressief want met hoger inkomen betaal je meer belasting.

1. juist
2. onjuist

Jamies brutoloon is € 945,66.
De loonheffing en premies zijn € 201,46.
Bereken Jamies nettoloon.

De inkomstenbelasting met schijventarief kent dus een

1. progressief tarief
2. proportioneel tarief

Hoe rekenen we het belastbaar inkomen uit?

1. bruto inkomen + bijtelling - aftrekposten
2. bruto inkomen - betaalde hypotheekrente
3. bruto inkomen + eigenwoningforfait
4. bruto inkomen - bijtelling + aftrekposten

De WOZ-waarde van een huis wordt ook gebruikt bij het bepalen van:

1. de hoogte van de contributie van Vereniging eigen huis
2. de hoogte van de hypotheekrente
3. de hoogte van de jaarlijkse aflossing op de hypotheek
4. het eigen woningforfait

Hoeveel is €1,50 in procenten van €4?

1. 15%
2. 25%
3. 37,5%
4. 50%

HUISWERK

Leer goed voor de toets van morgen, neem je rekenmachine mee!