H6: les negatieve breuken vermenigvuldigen

Hoofdstuk 6 negatieve breuken vermenigvuldigen

1 / 26

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 negatieve breuken vermenigvuldigen

Slide 1 - Slide

afspraken

camera aan
microfoon uit
pak je wiskundeboek, werkboek en schrift
pak je telefoon erbij ivm lessonup
rekenmachine

Slide 2 - Slide

wat gaan we doen vandaag?

terugblik breuken met negatieve getallen
leerdoel 7: negatieve breuken vermenigvuldigen
zelfstandig aan de slag
terugblik

Slide 3 - Slide

stappenplan optellen en aftrekken

1. haal de helen in de breuk

2. maak de breuken gelijknamig (noemers hetzelfde)

3. de tellers trek je bij elkaar af of tel je bij elkaar op

4. vereenvoudig de breuken en haal de helen eruit

Slide 4 - Slide

Breuken optellen

Waar

Niet waar

Slide 5 - Quiz

breuken optellen (ook tussenstappen)

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 6 - Open question

breuken aftrekken (ook tussenstappen)

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} + - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 7 - Open question

breuken aftrekken

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 5 ​}

- \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 ​}

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 2 0 ​} = \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 9 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 8 - Quiz

Bij breuken vermenigvuldigen moet je de breuken gelijknamig maken

Waar

Niet waar

Slide 9 - Quiz

leerdoel 7

Ik kan vermenigvuldigen met negatieve breuken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

leer dit schema uit je hoofd!!

Slide 12 - Slide

De regels van het vermenigvuldigen van breuken zijn als volgt:

Een negatieve breuk vermenigvuldigen met een positieve breuk geeft een negatieve uitkomst.

Een positieve breuk vermenigvuldigen met een negatieve breuk geeft een negatieve uitkomst.

Een negatieve breuk vermenigvuldigen met een negatieve breuk geeft een positieve uitkomst.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

stappenplan vermenigvuldigen

stap 1: Haal de helen in de breuk

stap 2: vermenigvuldig de breuken

stap 3: vereenvoudig de breuken zover mogelijk en haal de helen uit de breuk

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

voorbeelden

- \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} = - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

- \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​} = \frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 4 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

- 3 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot 2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} = - \frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 5 ​} = - \frac{​ 8 4 ​ ​}{​ 1 0 ​} = - 8 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​} = - 8 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

negatieve breuk keer positieve breuk is een negatieve breuk, dus een - min teken

teller keer teller, dus 2 keer 3 is 6

noemer keer noemer, dus 3 keer 5 is 15

vereenvoudig de breuk (teller en noemer delen door 3)

negatieve breuk keer negatieve breuk is een positieve breuk

teller keer teller, dus 3 keer 2 is 6

noemer keer noemer, dus 4 keer 6 is 24

vereenvoudigen (teller en noemer delen door 6)

negatieve breuk keer positieve breuk is een negatieve breuk

haal helen in de breuk

teller keer teller, dus 7 keer 12 is 84

noemer keer noemer, dus 2 keer 5 is 10

vereenvoudigen door helen er uit ( 8 helen ) en dan teller en noemer delen 2)

Slide 17 - Slide

oefensites breuken

www.breuken.nl

http://www.breukenoefenen.nl/

Slide 18 - Slide

https:

Slide 19 - Link

https:

Slide 20 - Link

www.breukenoefenen.nl

Slide 21 - Link

samen oefenen opgave 45

Slide 22 - Slide

leerdoel 8

Ik kan met mijn rekenmachine met breuken rekenen en ik kan er decimale getallen van maken

Slide 23 - Slide

breuken op rekenmachine

Slide 24 - Slide

samen oefenen opgave 52

Slide 25 - Slide

zelf aan de slag

- Maak de opgaven 36, 37, 40, 42 , 43 en 44

- Maak de oefeningen: 49, 50, 51, 52, 53, 54 en 55

Je maakt de opgaven in je schrift of online. Kijk ze na

inleveren: Teams - opdrachten H6 breuken vermenigvuldigen

Slide 26 - Slide