6.2 Conflicten wereldwijd Bosnië

6.2 Conflicten wereldwijd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

6.2 Conflicten wereldwijd

Slide 1 - Slide

Lesplanning

Slide 2 - Slide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke rol de 
Verenigde Naties hebben in conflicten. We hebben het specifiek over Srebrenica. 

Slide 3 - Slide

Schrijf op in je aantekeningenschrift 
(+ huiswerkcontrole)
Verzorgingsstaat = Een land dat zorgt voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen
Individualisering = mensen hebben steeds meer een eigen mening en maken eigen keuzes
Pluriforme samenleving = land waarin verschillende culturen met elkaar samenleven
Participatiesamenleving = land waarin mensen verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven en omgeving

Slide 4 - Slide

Uitbreiding van de NAVO

Slide 5 - Slide

Uitbreiding van de EU

Slide 6 - Slide

We beginnen in 1990....
  • Door de val van het communisme en de Sovjet-Unie veranderen de grenzen enorm. 
  • Landen vallen uit elkaar (Tsjechoslowakije) of komen juist weer samen (Duitsland). 
  • Zo ook Joegeslavië 
  • Aan het eind van de 20e eeuw ziet de kaart van Europa er heel anders uit dan aan het begin.

Slide 7 - Slide

Wat is een burgeroorlog?

Slide 8 - Open question

Joegoslavië

Burgeroorlog: oorlog tussen verschillende
bevolkingsgroepen binnen een staat.  




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Joegoslavië

Slide 11 - Slide

Joegoslavië
  • In Joegoslavië, dat na de Eerste Wereldoorlog was ontstaan, leven veel verschillende volken. 
  • Hun gezamelijke leider (dictator) is Tito
  • Na de val van de Sovjet-Unie willen alle landen een eigen staat (land) zijn. (nationalisme)

Slide 12 - Slide

Joegoslavië 
  • Kaart van Joegoslavië na de dood van Tito 
  • Slovenië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina willen onafhankelijk worden. 
  • De Servische minderheid wil dit niet: zij wil juist een Groot Servië.
  • De Serviërs beginnen oorlogen in Slovenië en Kroatië, maar die verliezen de Serviërs al snel (1991).
  • In Bosnië-Herzegovina duurt de oorlog echter drie jaar (1992-1995) 

Slide 13 - Slide







Bosnië- Herzegovina

Slide 14 - Slide

De oorlog in Bosnië Herzegovina. 
De Bosnische Serven willen niet dat Bosnië Herzegovina ook onafhankelijk wordt. Maar willen bij Servië blijven. 
  • De Bosnische Moslims willen niet bij Servië horen. (Ze voelde zich daar 2de rangs burgers omdat ze moslim waren).

De Servische leider Milošević  gaat verder met de strijd tegen de Bosnische Moslims. 

Slide 15 - Slide

'Veilig ' Srebrenica 
Doel: een 'veilige' plek in de oorlog, onpartijdige functie
1991:  +/- 6000 vluchtelingen (Bosnische moslims)
juli 1995: 40.000 vluchtelingen

o.l.v 400 Nederlandse Dutchbat (VN)
soldaten 

Slide 16 - Slide

Wat betekent genocide?

Slide 17 - Open question

Werktijd
Werkboek
KLAAR ?

Maak HS 6.2, opdracht 2, 3, 4 

Hoe?
  • Zachtjes overleggen mag
  • Vraag? Steek je vinger op!
timer
1:00
1. Laat de docent je werk nakijken.

2. Huiswerk maken van een ander vak of in stilte lezen in je leesboek.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link