1b Unit 3 -week 3- les 3

Good morning 1b!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Good morning 1b!

Slide 1 - Slide

Planning


- Huiswerk 
- Woordjes quiz
- Grammatica uitleg
- Quiz
- Vragen
- Nieuwe Huiswerk

Slide 2 - Slide

Homework
Do:
1) New Interface ONLINE
 Unit 3, Lesson 2 -
Exercises 15 & 16

2) Learn:
Vocabulary Unit 1, Lesson 2

Vocabulary Unit 2, Lesson 2 

Vocabulary Unit 3, Lesson 2

Slide 3 - Slide

YESTERDAY
TUESDAY
Grammar 3.1 & 3.2
Grammar 3.4
DE PLANNER & HET HUISWERK ZULLEN OOK IN MAGISTER KOMEN TE STAAN.
TODAY
Grammar 3.3
Herhaling & vragen 
Aanwijzende
voornaamwoorden
One/ Ones

Slide 4 - Slide

GOALS:
Aan het eind van deze les kun je:
  • Heb je met de woordjes van unit 3 geoefend 
  • One en ones op de juiste manier toepassen in een Engelse zin

Slide 5 - Slide

1. I'm (bang) we left him at home!

Slide 6 - Open question

2. Why do zebras have (strepen)?

Slide 7 - Open question

3. My dad is going to buy me a new (pet).

Slide 8 - Open question

4. I'm sorry. You've got the (verkeerde) number.

Slide 9 - Open question

5. I lost one of my (oorbellen).

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

One vs Ones
Grammar 3.4
Grammar 3.4 Coursebook

Slide 12 - Slide

One vs Ones

We use one or ones if we do not want to repeat the already mentioned noun (het al genoemde zelfstandig naamwoord). One(s) replaces  the noun. 

One -> refers to the SINGULAR noun (enkelvoud)
Ones -> refers to the PLURAL noun (meervoud)

I don't want the green apples. I want the red apples.
I don't want the green apples. I want the red ones


Do you want a big dog or a small dog?

Do you want a big dog or a small one?

Slide 13 - Slide

One/Ones

Gebruik: als je een zelfstandig naamwoord wilt herhalen in de zin. Eerst komt het zelfstandig naamwoord en daarna one/ones.


You've got big problems and small ones.



Slide 14 - Slide

One of ones?
One > enkelvoud
Ones > meervoud

Het hangt er van af of het zelfstandig naamwoord daarvoor in het enkelvoud of meervoud staat.
Let op de zin!
Do you like thrillers? This one is a must-read.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Fill in:
Do you prefer this sandwich or that ...?

Slide 17 - Open question

Fill in:
I need new cushions. I think I'll buy blue .... this time.

Slide 18 - Open question

Fill in:
I'm looking for new earphones, which ... are the best?

Slide 19 - Open question


Ik snap nu hoe ik Engelse One/ Ones moet gebruiken.
A
Ja, vet makkelijk!
B
Ja, met aantekeningen moet het lukken!
C
Nee, ik twijfel nog vaak.
D
Nee, ik snap er geen snars van..

Slide 20 - Quiz


FINISH WORKING ON WEEK 3

Slide 21 - Slide

6. That (leather) jacket looks really good on you!

Slide 22 - Open question

7. My (wardrobe) is about to explode. I have too many clothes!

Slide 23 - Open question

8. You should ask the (sales assistant) if they still have your size.

Slide 24 - Open question

9. I always wear a top (underneath) my sweater.

Slide 25 - Open question

10. Do you think these (sunglasses) suit me?

Slide 26 - Open question